Home


Preken


Jan BosContact:
Jan C. Bos
E jancbos@kpnmail.nl




Zondag 6 april 2025  Een steen in je hart
Lucas 20, 9-19  Verbondskerk Vijfhuizen

Kijk, een steen.
Je kunt bouwen op die steen.
Je kunt er ook over struikelen. Je kunt hem op je kop krijgen.
Die steen, ik zei het al, is het antwoord van de Eeuwige op onze bede om recht op de vijfde zondag in deze veertig dagen. Doe mij recht God, tegenover heilloos volk dat niet aan trouw en waarheid hecht.
Die psalm verwoordt mijn zorg en angst, mijn ongemak en boosheid soms ook, mijn heilige verontwaardiging.  Doe recht God tegen heilloos volk dat niet aan trouw en waarheid hecht.  Doe recht God aan de Poetins en de Trumps, de Erdogans en de Netanyahu’s.  Ze hebben de macht, vandaag. Ze hebben de vliegtuigen die weerloze mensen bombarderen, ze hebben het traangas en de gummiknuppels om demonstranten de mond te snoeren. Ze muilkorven de kritische pers. Ze bedelven ons met hun leugens. Doe mij recht God tegen heilloos volk dat niet aan trouw en waarheid hecht.
Doe mij recht God. Want ik ben niet alleen boos en verontwaardigd maar meer nog verdrietig om alle leed en somber over de toekomst. Komt het nog goed met het recht en de waarheid of gaan we aan de leugen ten onder. Wordt ooit weer waar wat de profeet zegt Zie Ik leg in Sion een fundament met een uitgelezen grondsteen, een kostbare hoeksteen. Wie vertrouwen heeft, vlucht niet weg. Ik zal het recht als meetlint hanteren en de gerechtigheid als schietlood. Is dat waar, wordt dat waar vandaag?

Ja, dat wordt waar, zegt onze Heer in zijn verhaal over de wijnbouwers die martelen en moorden uit eigenbelang. Ze kunnen dat niet blijven doen. De steen, de kostbare hoeksteen van Gods recht en gerechtigheid wordt hun ondergang. De wijngaard wordt hen afgenomen en aan een ander volk gegeven.
Voor we dit verder overdenken moet ik eerst terdege beseffen dat deze tekst over een ander volk en dit verhaal dat vermanend en vertroostend is bedoeld in de loop van de kerkgeschiedenis een berucht verhaal is geworden . De kerkvader Origenes legde uit dat de wijngaard, dat is Gods opdracht tot en belofte van recht en vrede voor de mensen, van de joodse leidslieden werd afgenomen en aan de apostelen gegeven.  Augustinus zegt het nog duidelijker: De kerk is het nieuwe verbondsvolk van God. Het heeft het oude verbondsvolk vervangen. Want er staat duidelijk in het Evangelie. De Heer doodt de wijnbouwers en geeft de wijngaard aan anderen.  Die anderen zijn de christenen. Deze opvatting over de gelijkenis van de ontrouwe wijnbouwers heeft een spoor van verwoesting getrokken in de geschiedenis. Een gaandeweg steeds antisemitischer spoor van moord en doodslag tot aan de Holocaust aan toe. Dat antisemitisme zit niet in de genen van de Islam zoals vaderlandse politici gemakkelijk beweren. Het is geboren, gevoed en virulent geworden in christelijk Europa. Gelukkig zijn we in de kerk ons daar na de Holocaust steeds meer bewust van geworden. Maar we moeten er ons ook bewust van blijven. Niet naar anderen wijzen maar ons zelf onderzoeken. Afkeer van vreemd is de voedingsbodem bij uitstek van antisemitisme.

En nu wil ik opnieuw met jullie opnieuw naar de tekst kijken.
Het beeld van de wijngaard is ontleend aan de profeet Jesaja.  Met de wijngaard wordt het land en het volk Israël bedoeld. Het is de bedoeling dat Israël recht en gerechtigheid laat bloeien in het land. Het is de bedoeling dat de mensen die er wonen opademen en leven. En dat land staat model voor heel Gods aarde. Dat door Israël allen worden gezegend. Dat is de erfenis. Dat is het gebod en dat is de belofte. Eens zal heel de aarde een bloeiende tuin zijn van vrede en recht
Maar acht de wijngaard is ten prooi gevallen aan bloedbestuur. Zij die verantwoordelijk zijn voor het recht, verkrachten het recht.  Met als gevolg grote sociale tegenstellingen. Wie protesteert krijgt het hard te verduren en moet voor zijn leven vrezen.
Precies dat is wat gebeurt in het verhaal van Jezus.  De knechten van de Heer die om de vruchten komen, het zijn de profeten die tegen de macht en tegen de stroom in vragen om recht en tegen de leugens in opkomen voor de waarheid.  Ze worden afgetuigd. Dat werden ze altijd al en worden ze tot op vandaag.
Maar nog geeft de Heer van de wijngaard het niet op. Hij houdt van zijn volk en hij houdt van zijn wereld. Hij zend zijn geliefde zoon.
Dan gaan ook de machthebbers nog een stap verder, Het is de erfgenaam. Laten we hem doden.
Dan is de erfenis van ons en kunnen wij er mee doen wat we willen.
Lucas die het verhaal van Jezus opschrijft weet heel goed wie met de erfgenaam bedoeld wordt. De erfgenaam is Jezus.  En de apostel Paulus vult hem aan. Hij is de erfgenaam van Gods belofte
aan Abraham dat in zijn zaad alle volken gezegend worden. Hij draagt persoonlijk het visioen uit van vrede en gerechtigheid. Bij Hem kunnen de mensen opademen en leven zoals door God is bedoeld.  De onrechtvaardige wijnbouwers zeggen wel dat ze vrede willen maar ze willen bezit, zeggen wel dat ze het recht hooghouden maar  ze verkrachten het recht. Dat was zo ten tijde van Jesaja en van Jezus. Het is zo tot op vandaag.  Profeten worden vervolgd en gedood. Jeremia, Johannes, in onze dagen Martin Luther King en Alexis Navalny.  En de steen wordt smadelijk  opzij geworpen

Maar zo zal het niet blijven vertelt Jezus aan het volk.  Er komt een eind aan de heerschappij van de rechtsverkrachters. Gods beloften, zijn koningschap wordt aan anderen gegeven.
Wie zijn die anderen? Het staat er niet bij. We kunnen vermoeden en geloven dat het om al Gods lieve kinderen gaat die wel zijn recht hooghouden en zijn liefde beantwoorden.
Aan wie vertelt Jezus zijn verhaal? Aan het volk vertelt hij het verhaal. Vandaag vertelt hij het ook aan jou en mij. Het is het verhaal van zijn geduld, zijn liefde en zijn oordeel over zijn volk en zijn mensenkinderen
Gods liefde en Gods oordeel worden gesymboliseerd in de steen.
                                       
We kunnen over de steen leren bij Jesaja. We hebben een fragment gelezen. We kunnen over de steen leren bij Petrus die ons schrijft dat met de kostbare steen Christus is bedoeld. En we zingen er over in de psalm. De steen die de wijnbouwers smadelijk afwijzen, is door God tot hoeksteen gemaakt. Je kunt er vast op vertrouwen. Je kunt er ook over struikelen.
Machthebbers die het recht verkrachten struikelen uiteindelijk over deze steen. Het is tot bemoediging en vertroosting gezegd tot allen die zo hartverscheurend lijden onder hun rechtsverkrachting en ook tot allen die zich zo veel zorgen maken om alle geweld en machtsmisbruik in onze wereld.  Ik zie het vaak helemaal niet in onze wereld vandaag maar ik geloof het van uit mijn tenen. God blijft trouw aan zijn beloften. Alle gerechtigheid en alle liefde, alle verzoening en vrede die Jezus heeft geleefd, voor ons heeft gedaan en ons voor heeft gedaan, dat heeft toekomst.
De steen symboliseert Gods trouw aan zijn volk en aan ons mensen. Die steen waarover Jesaja al sprak is ook  een fundament voor het arme Joodse volk dat zo onder het westerse christelijke antisemitisme heeft geleden. Die steen is een baken van hoop voor het Palestijnse volk. Want de geweldenarij van de machthebbers heeft geen toekomst. Het wrede beleid van Netanyahu heeft geen toekomst. Dat loopt dood.  Maar toekomst zal er zijn voor zijn volk Israël, voor zijn Palestijnse kinderen  en voor ons mensen op Gods wereld.  Dat wordt gesymboliseerd door die kostbare, betrouwbare steen.  Die steen is ons fundament, ons baken van hoop in bange tijden.
Hij wordt ons gegeven opdat wij moed scheppen, hoop houden, recht doen, liefhebben.

Maar ook wijzelf  kunnen struikelen over die steen. Dat is wanneer we Gods kostbare geschenk, zijn wereld die bedoeld is als een bloeiende tuin van vrede en recht, besmeuren met ons eigen onrecht en verkwanselen door onze eigen spilzucht. Niet alleen machtsbeluste politici, ook wij zelf kunnen ons gedragen als wijnbouwer die weigeren God de vrucht te geven en Gods kostbare land beschouwen als ons eigen bezit waar anderen geen recht en deel van leven hebben. Die steen  kan een steen op ons hart worden die ons wijst op ons verdrietig tekort. Negeer die struikelsteen niet. Negeer je tekort niet.  Bidt om vergeving, omkeer, nieuwe moed.
Die steen, die struikelsteen die ons wijst op ons eigen tekort, is en blijft Gods geschenk aan ons mensen. Die steen verwijst naar onze Heer die ons tekort, onze schuld, ons verdriet draagt op zijn rug en zelf de vrucht geeft.  Die steen blijft ons herinneren aan Gods liefde en trouw aan zijn volk, zijn schepping, zijn mensen. Die struikelsteen blijft het fundament van ons gebed,  van ons doen en van onze hoop.