Home


Preken


Jan BosContact:
Jan C. Bos
E jancbos@kpnmail.nl




Zondag 12 januari 2025  Is Hij misschien de Messias
Doop van de Heer. Lucas 3, 15-22 Ontmoetingskerk Haarlem

I
s Hij misschien de Messias?
Al die mensen staan daar bij Johannes vol verwachting, vertelt Lucas.  Nou ja, vol verwachting. Dat zit nog. Ze zijn afwachtend, zo kun je het Grieks ook lezen.  Ze moeten het allemaal nog maar zien. Ze leven tussen hoop en vrees.  Wat zal het worden? Hoe zal het gaan? Is Johannes de Messias die ons redden zal of toch niet en worden we weer teleurgesteld.
Dat volk, het leeft tussen hoop en vrees. En ik denk zomaar dat dit ook voor ons geldt.  Ook wij leven tussen hoop en vrees. Hoe zal het gaan in de wereld met in januari een nieuwe wereldleider met spierballen in het Witte huis.  Hoe zal het gaan in eigen land. Worden die woningen nu eindelijk eens gebouwd of verzandt het weer in allerlei regels. Lukt het de stikstofcrisis op te lossen, de toeslagenaffaire nu eindelijk eens af te handelen? Lukt het om nu eindelijk eens migratie onder controle te krijgen?  Al dit soort vragen leven onder het volk, las ik in het jongste rapport van het Sociaal Planbureau.  Dat rapport vatte de houding van de meeste Nederlanders samen met de woorden: Eerst wij, dan zij.
Eerst wij, dan zij.  Zou het toen anders zijn geweest bij het volk dat dromt rond Johannes. Dat volk dat sappelt en ploetert, dat kampt met ziekte en zeer, honderd keer teleurgesteld, ontevreden, afwachtend.  Is Hij het misschien die ons verlossen zal? Eerst wij, eindelijk eens eerst wij.
En midden tussen dat volk, tussen doodgewone mensen met doodgewone wensen, niet idealistisch, niet persé in ieder geval, staat onze Heer. Hij staat daar gewoon in de rij om ook gedoopt te worden. Hij staat daar omdat Hij met al zijn vezels met dat volk verbonden is. Hij staat daar omdat Hij door de buitenkant heen prikt, de nukken en de grillen die het volk eigen zijn, doorziet, ook ons doorziet met onze nauw verholen hang naar comfort, (eerst ik dan zij) onze angst voor verlies van welvaart, ons diepe verlangen naar vrede en heelheid. Dat laatste ook. Hij staat gewoon in de rij. Hij staat midden onder ons ons te redden.

Het volk verlangt verlossing.  Het volk verlangt een nieuw begin. Het volk verlangt het water ven de doop van Johannes. Maar let op. Dat verlangen wordt in de Bijbel op geestelijke wijze gevuld. Dat verlangen wordt in de Bijbel dorst genoemd. Onze ziel dorst naar levend water. In de profetie van Jesaja worden de ballingen, de ongelukkige, ontheemde, gedeporteerde mensen “dorstigen” genoemd. O, alle dorstigen, komt tot de wateren, zegt Jesaja in de ons nog vertrouwde vertaling. Hierheen, hier is water voor ieder die dorst heeft.
Dat water is bij de profeet Jesaja het water van de hoop op een nieuwe toekomst na een periode van diep verdriet, van rouw en berouw in ballingschap. Dat water symboliseert een nieuw begin waarin de mensen zullen lachen, zingen, gelukkig zijn. Het wordt weer zomer. De velden zijn groen en de vruchten rijpen aan de bomen. Je kunt weer samen genieten van een overvloedig maal, zegt Jesaja. Waar is dat water? Wij willen ook een nieuw begin. Wij willen ook weer lachen, zingen, gelukkig zijn.
Kijk, daar staat al dat volk. Het wil een nieuw begin als ooit de ballingen in Babel. En als ze eerlijk zijn weten ze heel goed dat ze niet alleen maar slachtoffer zijn van ziekte en zeer maar ook de gevolgen dragen van een verkeerde levenswijze. Jesaja legt er de vinger al op. En Johannes de Doper volgt hem daarin. Keer je om, zegt hij. Keer je af van onrecht, keer je af van slechte gewoonten en zelfzucht, keer je toe naar eerlijkheid en rechtvaardigheid, keer je af van het duister, keer je toe naar het lichtende Aangezicht van de Eeuwige. Johannes maakt het concreet voor de tollenaars en soldaten van toen. Pers niemand af en buit niemand uit. Misschien zou hij tegen ons zeggen. Schrok niet zoveel vlees. Vlieg niet de hele wereld over. Heb aandacht voor wie verdriet heeft en gebrek. Willen we dat? Het moet wel, zegt Johannes.
En precies dat zit ook in dat doopwater. Je gaat ernaartoe omdat je omkeren wil en opnieuw beginnen. 
En kijk. Daar staat Jezus. Daar staat onze Heer. Net als wij gewone mensen, staat ook hij gewoon in de rij op zijn beurt te wachten. Waarom staat uitgerekend hij tussen al die verlangende mensen in de rij? Dat kun je je best afvragen want Hij heeft toch geen bekering nodig? Hij hoeft toch geen schoon schip te maken? Hij toch niet? En toch staat hij daar gewoon in de rij op zijn beurt te wachten.
Hij staat gewoon tussen ons in de rij omdat Hij ons verlangen kent . Hij staat gewoon in de rij omdat hij onze fouten, onze zorg en verdriet, onze nood en dood tot de zijne maakt. Daarom staat Hij daar in de rij. Daarom staat ook Hij vanuit zijn tenen te verlangen genezing en naar een nieuw begin van leven.

We vieren deze zondag de Doop van onze Heer. We vieren dat Hij zich volledig met ons zwakke en kwetsbare mensen heeft verbonden. Hij komt niet voor zijn eigen nieuwe begin. Hij komt niet om zijn eigen hachje te redden. Hij staat daar voor de redding en het nieuwe begin van ons allemaal. Met zijn doop begint dat. Met zijn kruis volbrengt Hij het. Dat allemaal wordt gesymboliseerd door dat water waarin Hij kopje ondergaat.
En nog wat bijzonders. Er klinkt een stem uit de hemel die zegt: Jij bent mijn geliefde Zoon. In jou vind ik vreugde. Dat betekent dat de verbondenheid van Jezus met al dat volk naar het hart is van de Eeuwige zelf.
Die stem is een antwoord op de afwachtende houding van het volk. Kijk. Daar staat Hij. In Hem vind ik vreugde. God heeft zijn schepping en ons mensen innig lief en geeft zijn zegen aan de zoon die deze liefde gestalte geeft. Dat klinkt hier. Hier daalt Gods Geest. Hier begint onze Heer Gods weg. Het is niet de weg van de voorrang en wie mag eerst. Het is niet de weg van macht en geweld. Het is de weg van de dienende liefde. Die weg gaat onze Heer allereerst zelf. Op die weg wil Hij ons hebben, ons helpen en nabij blijven.

Wij allemaal verlangen naar een nieuw begin.  Maar kan het ook? Zal het ooit wat worden?
Onze ziel treurt om alle vergeefsheid en we houden ons hart vast als we meemaken hoe mensen elkaar niet meer verstaan en opgezweept kiezen voor oude glorie en eigen gelijk. Kan het ooit goed komen als de ziel van mensen wordt vergiftigd met grootspraak? Kan het goedkomen als de ziel van mensen in bubbels wordt gevangen en niet meer het gelaat van onze Heer herkent in de ander die net als jij verlangt, die net als jij liefde nodig heeft.
Daarom is het zo goed dat aan het begin van een nieuw jaar de Doop van onze Heer wordt gevierd. Wij vieren dat Hij met hart en ziel met ons verbonden is.
Daarom is het zo goed dat wij opnieuw horen: Jij bent geliefd. Want wat voor Hem geldt, geldt voor ons allen die zo door water van nood en verdriet worden omringd.  Boven dat water klinkt een stem die zegt: Jij bent geliefd.
Voor onze zoekende ziel, voor onze wikkende, wegende afwachten de geest  hebben we doopwater nodig. Dat heeft de kerk altijd al geweten en nu vandaag horen en vieren we het opnieuw. Hierheen! Hier is water. Hier is het water dat staat voor de omkeer naar God en dat staat voor de verbondenheid met onze Heer en daarin voor de verbondenheid met mensen. Hij is ons zo nabijgekomen en kent onze wanhoop, onze bitterheid, ons tekort en onze schuld. Hij kent ons verdriet en ons verlangen naar een nieuw begin. En dat verlangen neemt Hij op en richt Hij op recht en gerechtigheid, liefde en trouw.
Dat hebben we allemaal nodig. Of je nu naar de kerk gaat of niet, jood bent of heiden, republikein of democraat, beterweter of complotdenker, wij allemaal zijn zoekende zielen die verlangen naar een nieuw begin,   lachen, zingen, gelukkig zijn.
En hier, bij onze Heer gewoon in de rij, bij de Messias druipend in het water, hier, bij de liefde en het mededogen, hier begint het nieuwe begin. Hij begint en wij worden uitgenodigd langs de hoge rots en door het diepe dal de weg van liefde, vrede en recht te gaan, Hem achterna.