Home |
Preken |
Contact: Jan C. Bos Wagnerkade 59, 2102 CT Heemstede T 023 5332455 E jancbos@antenna.nl |
|||
|
|||||
Zondag 29 september 2024 Het zout is goed Marcus 9, 38-50 Oude Kerk Heemstede Het zout is goed. Dat zout staat symbool voor Gods goede Geest onder de mensen. Dat zout staat dus niet voor een eigenschap van ons mensen. Het is een onverwoestbaar geschenk. Het is een blijvende gave van de Eeuwige met de bedoeling ons te versterken, ons te troosten en op weg te helpen. Het is veelzeggend symbool. Want al vanaf oeroude Bijbelse tijden zijn de mensen bekend met de heilzame werking van zout. Zout is al sinds oeroude tijden een conserveringsmiddel. Zout weert bederf. Zout zorgt dat het goed gaat, duurzaam blijft. Zout werd gebruikt bij offers, lezen we in de wet van Mozes. Een met zout bekrachtigd verbond is een eeuwig durend verbond. Zo is God verbonden met ons mensen. Zout is in de Bijbelse tijd ook een reinigingsmiddel. Het bestrijdt het kwade. Het zuivert. Jullie moeten met vuur gezouten worden, zegt Jezus vanmorgen tegen ons. De Geest van God bestrijdt kwade gedachten en valse begeerten, weert het geestelijk bederf. En tenslotte is zout tot op vandaag een smaakmaker. Gods goede Geest verblijdt ons hart, verlicht onze dag, troost ons in de nacht als sombere gedachten de slaap verstoren. Het zout is goed. Het is Gods gave aan ons mensen. Het ligt opgeslagen in de kostbare Woorden van onze traditie en wij mogen het daaruit oogsten om niet. Het wordt zichtbaar in Gods zorg voor al wat leeft. Het wordt gevoeld in het hart van de mensen die, al is het soms maar even, Gods goedheid intens ervaren. Vaker nog wordt er naar verlangd, naar gezocht als de dagen grauw zijn en het leven smakeloos. Het zout is goed en het is er voor jou. Het ligt voor je klaar. Het is er. Het bederft niet. Over dat zout, over de goede Geest Gods onder de mensen gaat het in het Evangelie dat wij vanmorgen hebben gelezen. Maar dat Evangelie heeft ook lastige schurende woorden. Er wordt gedreigd met een molensteen om je nek en met de gehenna waar wormen knagen en het vuur niet dooft. Hoe zit dat dan? Dat Evangelie begint met een opmerking van een van de discipelen aan Jezus. Johannes zegt: ‘Meester, we hebben iemand gezien die in uw naam demonen uitdreef en we hebben geprobeerd hem dat te beletten omdat hij zich niet bij ons wilde aansluiten.’ Het zout is goed. Gods goede Geest werkt ook buiten de kring van de leerlingen. Sterker nog en eerlijk gezegd een beetje pijnlijk: De leerlingen lukte het eerder niet toen een wanhopige vader hen vroeg zijn zoon van een boze geest te bevrijden. Waarom niet? Omdat zij zich niet in gebed hadden opengesteld voor Gods goede Geest. Nog niet, nog steeds niet. In plaats daarvan gaan ze op hun strepen staan. Wie zich niet bij ons aansluit kan niet leven uit Gods goede Geest. Dat zout, dat goede zout is niet voor haar of hem. Jezus corrigeert zijn leerlingen. Belet hem niet. Wie niet tegen ons is, is voor ons. En wie jullie een beker koud water geeft omdat je bij Christus horen, die zal zeker beloond worden. Gods goede Geest werkt ook buiten de kerk. Gelukkig wel. In zware tijden, onder vervolging, als het er op aankomt, zijn er onvermoede bondgenoten. Gelukkig wel en sluit ze niet uit. Omarm hen. Verbind je met hen. Steun het waar je kunt. Tot onze schaamte moeten we bekennen dat in de loop van de geschiedenis de leerlingen hardleers zijn gebleven. Van de geduchte kerkvader Tertullianus komt de uitspraak Extra ecclesiam nulla salus Buiten de kerk geen heil. En het is talloze malen herhaald en gepraktiseerd in fanatieke geloofsstrijd en ketterprocessen. De orthodoxie, de rechte leer is veel belangrijker dan de orthopraxie. De zuivere leerstelling belangrijker dan de beker koud water en vooral in onze protestantse kerken, de juiste geloofsopvatting belangrijker dan de goede werken. Wat verdrietig is dat tot op vandaag want het heeft mensen beschadigd, het heeft mensen afgekeerd, het heeft mensen belet te proeven van het goede zout, getroost te worden en versterkt door Gods goede Geest. Onze Heer is daar fel tegen gekant. Stoot mensen niet af, sluit ze niet uit, de kleine mensen die geloven met handen en voeten, verlangen naar warmte en licht. Breng ze niet ten val. Arrogantie leidt tot niet. Machtsmisbruik leidt tot niets. Eigenbelang leidt tot niets. Eigen volk eerst leidt tot niets. Het zout is goed. Dat zout bederft niet. Maar mensen kunnen het met mooie woorden en vrome praatjes wel vervuilen. Dat koestert de christelijke traditie maar het zout is door het zand van het eigenbelang vervuild. Dat gevaar bedreigt ons allemaal. De gehenna is het moorddal. Ooit werden daar kinderoffers gebracht. Het is gruwel. Het is het totale tegendeel van Gods goede Geest. Laat je arrogantie je daar niet brengen. Laat je uitsluiting je daar niet brengen. Breng de kleinen niet ten val. Doe het niet, zegt onze Heer. Het loopt dood. Het leidt tot niets Het zout is goed. Gods Geest werkt ten goede op onvermoede plaatsen. In alle inzet voor gerechtigheid en alle zorg voor wat kwetsbaar is, werkt Gods goede Geest. Gods goede Geest beweegt mensen tot zorg voor elkaar en Gods kostbare aarde. Ook in deze angstige, verwarrende tijd waarin geweldenaars woede botvieren en verleiders vergif stoken, werkt Gods goede Geest in mensen binnen en buiten de kerk. Omarm hen. Verbind je met hen. Steun het waar je kunt. Gods goede Geest wil ook werken in jou. Als zout wil Zij werken in jou Zorg voor dat zout, zegt onze Heer in het slot van de Evangelielezing deze morgen. Zorg voor dat zout. Zorg dat je het niet verliest. Kan dat dan? Ja, dat kan. Het zout is goed. Het bederft niet. Maar jij kunt zoutloos worden en ik ook. Het is ook gebeurd. Mensen zijn het zout kwijtgeraakt doordat ze in de kerk diep zijn gewond door machtsmisbruik. Mensen zijn het zout kwijtgeraakt omdat ze getergd zijn tot op het bot, vernederd en geslagen. Mensen zijn het zout kwijtgeraakt door harteloze opvoeders. Mensen zijn het zout kwijtgeraakt doordat ze afgestompt zijn door letterlijk geestdodend werk of verslavend vermaak. Het kan. Je kunt je verliezen in filosofie die de zinloosheid predikt. Je kunt worden neergedrukt door het sombere nieuws. Je kunt worden opgeslokt door de dagelijkse sleur. Het kan. Het is er allemaal in jouw leven en in het mijne. Waar is het zout? Waar is Gods Geest. Ik voel haar niet. Niet meer. Nog niet. Weer niet. Maar het is er wel, dat goede onbederfelijke zout. Zij is er wel, Gods goede Geest die vanaf het begin van de Schepping broedt op het water, zweeft over de zee en danst in het vuur. Hoe kun je haar ontvangen? Ja, dat vroegen de eerste leerlingen van onze Heer zich ook al af. Waarom konden wij de demonen niet de baas? , vroegen ze. En Hij antwoordde. Dat kan enkel door gebed. En ik denk zo maar dat Jezus niet bedoelde dat wij maar moesten bidden om een wonder. Ik denk zomaar dat Hij bedoelde dat wij het durende gebed kunnen oefenen, het dagelijkse gebed kunnen doen zoals Hij dat deed. Zouteloosheid bestrijdt je niet met discussies over geloofsopvattingen, niet met filosofie of politiek. Je bewaart het zout door alleen en met elkaar te lezen in de Schrift en die in je hart te overdenken, zoals de psalm van vanmorgen doet. Wij protestanten kunnen heel veel leren van het getijdengebed in oude en moderne kloosters. Dat verliest zich niet in leerstelligheid. Dat bidt eenvoudig de psalm en oefent de stilte. En zo maak je ruimte voor de Geest die als een gave Gods wil wonen in ons hart. Een klassiek Opwekkingslied luidt (u kent het vast) ‘k Heb geloofd en daarom zing ik van ontferming en verlossing door het bloed van Golgotha. Ik heb het vroeger veel gezongen in de kerk. Je gelooft eerst nogal wat en kan dan daar ook van zingen. Maar juist dat exclusieve dogma heeft veel mensen de adem benomen. Ik heb dat geloof niet meer, niet meer. Maar wat heb ik dan wel wat mij op de been houdt, dragen blijft in zware tijd? Misschien helpt het als we het lied omdraaien. Ik zing, ik bidt eenvoudig de psalm, ik hou dat vol, oefen en koester het. Ik doe het. Ik open mij. Ik reik in stilte naar Gods goede Geest. Dat klooster kun je ook halen in je eigen leven en brengen in je eigen huis. Dat oefenen we hier in de kerk en in deze dienst door te zingen en te bidden. Het zout is goed. Gods goede Geest broedt op het water en danst in het vuur, bekeert, inspireert al wie naar haar luistert. Laten we daarop blijven hopen, vertrouwen, naar leven, naar doen. Amen
|
|||||