Home


Preken


Jan BosContact:
Jan C. Bos
Wagnerkade 59,
2102 CT Heemstede
T  023 5332455
E jancbos@antenna.nl




Zondag 18 augustus 2024 De woestijn zal zich verheugen
Jesaja 35 en Marcus 7, 31-37

De woestijn zal zich verheugen,
de dorre vlakte zal vrolijk zijn,
de wildernis zal jubelen en bloeien.
Dat zegt de profeet Jesaja vanmorgen tegen ons.
Maar de woestijn verheugt zich niet vandaag. Nog niet. De woestijn treurt.
De woestijn treurt om de kinderen die, amper geboren, gedood worden in Gaza.  De dorre vlakte  is niet vrolijk vandaag, nog niet. De dorre vlakte huilt om de wanhopige asielmigranten die in haar worden gedumpt en omkomen van honger en dorst.  De wildernis jubelt en bloeit niet vandaag, nog niet. De wildernis klaagt. De wildernis lijdt onder het vuur en de hitte, de verzengende brand, de verwoestende storm.
De blinden zullen zien en de doven zullen horen, zegt Jesaja.
Maar de mensen zijn nog altijd blind, nog wel. Dat is ziende blind voor wat ze elkaar en de aarde aandoen in hun zucht naar meer. Dat blijft maar gevangen in een kringloop van geweld en in angst voor verlies.
En de mensen zijn nog altijd doof, nog wel. Ze zijn doof voor de waarschuwingen die steeds dringender klinken. Ze zijn doof voor de jammerklachten die ze niet willen horen, liever niet. En ze zijn doof voor elkaar.
Dat houdt elkaar gegijzeld in het Midden Oosten. De hele week bang voor de wraak van Iran voor de moord op een Hamaz-leider. De hele week verlamd door de onwil van de Israëlische regering tot vrede. En ondertussen huilt de woestijn. Nog altijd huilt de woestijn.
En dat spreekt gebrekkig. Dat houdt elkaar gevangen in eigen gelijk in Europa en in ons eigen land.  Zo bang voor verlies. Zo onzeker. Zo geneigd tot de korte klap en de snelle oplossing. Dat bestookt elkaar via de sociale media. Dat heeft allemaal zijn eigen nieuws, zijn eigen krant, zijn eigen bubbel.
De mensen zijn nog altijd doof, nog wel. Dat danst doof op de vulkaan. Dat wil van geen wijken weten. 
Die doofheid zit ook in jou en in mij.  Dat gebrekkig spreken zit ook in jou en mij. Dat is zo hardnekkig in ons. Dat is al onmachtig oude familievetes te beslechten en conflicten op het werk te beëindigen. Dat vindt het moeilijk om een eerste stap te zetten. Dat is bang controle te verliezen, vertrouwde denkbeelden te moeten loslaten. Jij hebt daar last van en ik ook. 

Ooit riep onze Heer “Effata”
Ga open betekent dat.
In het Evangelieverhaal zegt hij het tegen iemand die doof was en gebrekkig sprak.. En we kunnen het ons helemaal voorstellen. De oren moeten open. Zoals wanneer de dokter de oren uitspuit en de gehoorgang vrijmaakt van vuil dat erin is opgehoopt.
Ga open. Als onze Heer dat zegt dan gaat het niet alleen om verstopte oren. Je kunt ook een dikke huid hebben gekregen, een gepantserd hart en eelt op je ziel.
Ooit riep onze Heer “Effata” En ik denk zomaar dat hij het vandaag opnieuw roept. Hij roept het tegen jou en mij die zo last kunnen hebben van doofheid. “Ga open”, zegt hij
Want wij zitten vol met zorgen die ons verstoppen en belangen die ons belemmeren.
Dat is daarin opgeslagen in de loop van de jaren. Al die neergeslagen herinneringen, opgelopen pijnen, angsten en verwarringen verstoppen ons. Ze maken ons doof en stom. Je lijf is kwetsbaar en je loopt op dun is. Je zou “red mij, red mij” willen roepen maar je keel zit dichtgeschroefd. Je mond is droog. Je kunt niet spreken en je kunt niet luisteren want je zit verstopt, boordevol verdriet, boosheid, angst.

Wanneer Jezus de dove mens ontmoet is hij net teruggekeerd uit het land van Tyrus en Sidon, het huidige Libanon en Syrië. Precies dat land dat nu vandaag gevangen is in doofheid en siddert van angst. Joden en Palestijnen zijn allebei gewond in hun ziel en kunnen niet met elkaar spreken en naar elkaar luisteren. Het is een drama. Het zit muurvast. Het verdeelt de wereld en ook de kerk tot op het bot. Wie brengt ons tot elkaar? Wie maakt ons open voor elkaar?  Zal ooit de woestijn zich verheugen en de wildernis bloeien?
Het evangelieverhaal van de ontmoeting met en de genezing van de dove mens gaat op die vraag in.
Het is een heel bijzonder genezingsverhaal in die zin dat het zo uitvoerig beschreven is, veel uitvoeriger dan bij andere genezingen.
“Ga open” zegt Jezus tot iemand die doof is en gebrekkig sprak.
Het is een ontroerend verhaal van liefde en nabijheid. De openheid wordt niet geforceerd maar gewekt en geroepen met tedere en intieme gebaren.Het wordt ons verteld opdat wij er door worden getroost en bemoedigd en er van kunnen leren.
Drie dingen wil ik noemen.
Allereerst: Jezus zondert zich af. De genezing is een proces tussen die mens en Jezus alleen. Waarom is dat? Dat moet wel zijn omdat de menigte het ware zicht kan belemmeren. De drukte en het vertier op de markt belemmeren het zicht en het gehoor. Waardoor wordt een mens om te beginnen geopend? Door de volle en oprechte aandacht van de ander.  De volle aandacht van Jezus gaat uit naar die ene mens. Die ene mens wordt door niemand gestoord in zijn contact met Jezus.
Soms moet een mens de stilte in. Soms is het nodig dat niets hem afleidt, dat er volle aandacht is van en voor de ene.
Het tweede is wat ik wil noemen is het speeksel. Het speeksel vertegenwoordigt de spiritualiteit van de nabijheid. Speeksel hoort bij zoenen. Het kind krijgt een kusje op de zere knie. Dat helpt. Het speeksel van Jezus vertegenwoordigt de spirituele kracht van Jezus die in een zeldzaam intiem gebaar wordt overgebracht op de doofstomme mens. Hoe wordt een mensenkind van geslotenheid genezen? Doordat hij in zijn verdriet wordt getroost en in zijn bitterheid wordt verzoet en in zijn haat wordt aangeraakt met liefde. Die ene mens wordt gekend, aanvaard, begrepen en daardoor genezen. Zo mint Hij ook ons.
Het derde is de macht van het levenwekkende woord van de Heer. Dát woord en geen ander wekt geloof en vertrouwen. Wij hoeven niet te leven op eigen kracht alleen. Geloven is niet zelfvertrouwen. We mogen ons in goede en kwade dagen, in de lichte uren en als we gaan door diepe duisternis, in leven en sterven gedragen weten door Zijn woord van genade en Zijn Geest die leven doet.
“Ga open” zegt Hij. Waarom zouden wij dat doen? Omdat Hij het zegt.
En misschien is dat nog wel het moeilijkste vandaag. Onze wereld wordt bedreigd. De mensen keren zich tegen elkaar en tegen de schepping. Onze toekomst is onzeker. Ik twijfel. Kan dat Woord van God nog iets uitrichten? Is mijn geloof niet hopeloos?
Dieper dan ik mij zelf ken, kent Hij mij. Hij nodigt mij om al wat in mijn ziel verdrongen is, alle weggeduwde gevoelens en zware herinneringen, alle bange gedachten voor Hem aan het licht te brengen. Hij geeft mij de genade om wat in Mij is te benoemen. Hij geeft mij het innige gebed. Hij nodigt mij uit om aandachtig te leven.
Ga open zegt Hij. Open je ziel voor God. En doe wat goed en nodig is in vertrouwen dat God ons geeft wat nodig is, ook vandaag. Dat hoef je niet alleen te doen. Die last is te zwaar. Dat kun je alleen in geloofsvertrouwen en samen met je zusters en broeders

De genezing van de doofstomme staat in het verband van Jezus verblijf buiten Israël. Wat gebeurt wil het onbegrip van de leerlingen doorbreken en de lofprijzing bij jood en niet-jood uitlokken. Ga open, zegt Hij. Werkelijke vrede komt wanneer Joden en Palestijnen leren luisteren naar elkaars noden en angsten, wanneer ze hart en ziel openen voor elkaar en leren leven in één land, hun beider geboortegrond. Maar dat geldt niet alleen voor Joden en Palestijnen. Het geldt voor Sjiieten en soennieten, voor christenen en moslims, voor migranten en mensen die al generaties lang hier leven. Wij allen moeten leren onze geboortegrond, deze aarde samen te delen en niet te beschouwen als ons nationale privébezit. Wij moeten allemaal leren de aarde niet uit te buiten maar te koesteren en te behoeden. Ach, wat is dit moeilijk. Moge God ons de genade geven van een groeiend inzicht en moge Hij ons de wijsheid geven te werken aan een gemeenschap die hulp biedt in nood en maatregelen neemt die nodig zijn, want op je eentje lukt dat niet..
Ga open, zegt Hij. Dat woord klinkt tot jou en mij die zo onzeker kunnen zijn, angstig en verward in onze privé-situatie, geplaagd door onbegrip en gevangen in wrok. Dat woord klinkt tot jou en mij die hard en onverschillig kunnen zijn.
Hij zegt het die jouw eigen angst en nood als geen ander begrijpt en deelt. Hij zegt het die aandachtig luistert naar jouw bange hart. Vrees niet, ik ga met jou in de strijd van het bestaan, bij het moeilijke gesprek, bij de eerste stap en bij de laatste gang. Vrees niet want ik begenadig jou.
Hij luistert als jij eindelijk spreken durft.
En als jij je gehoord en gekend weet door de Eeuwige kun je ook luisteren naar de mensen en naar heel de schepping.
Je hoort de roep van de aarde om haar te koesteren en te behoeden. Je hoort opnieuw de vogels. Je hoort het ritselen van het blad en lichte gerucht van leven in de wieg. Je hoort de vreugde van mensen en hun verdriet. Je luistert niet alleen naar de mond maar ook naar het hart van wie tegenover je staat. Je bent niet doof meer. Je luistert. Je spreekt met het hart, Je lacht. Je leeft.  Je leeft in het vertrouwen  dat de woestijn zich zal verheugen en de wildernis zal jubelen en bloeien.