Home


Preken


Jan BosContact:
Jan C. Bos
Wagnerkade 59,
2102 CT Heemstede
T  023 5332455
E jancbos@antenna.nl




Zondag 23 juni 2024  Waarom zijn jullie zo angstig?
Psalm 107 en Marcus 4, 35-41  Oosterkerk Haarlem

Waarom zijn jullie zo angstig?
Dat vraagt onze Heer aan zijn leerlingen die door nacht en ontij over een woeste zee varen. Dat stormt verschrikkelijk. Dat verzuipt bijna. Dat staat doodsangst uit.
Waarom zijn jullie zo angstig?
Hij had het misschien ook wel aan jou kunnen vragen. Hij kan het in ieder geval aan mij vragen. Want net als die eerste leerlingen ben ik ook angstig vandaag.
Want het stormt vandaag in mijn wereld. De golven gaan hoog op een veel te warm geworden wereldzee. En mensen genoeg die mijn klimaatzorgen spottend wegzetten als klimaathysterie. Zullen mijn klein- en achterkleinkinderen nog deel van leven hebben?
En het stormt op ons continent waar de oorlog vlakbij is en de mensen steeds meer verdeeld raken en zorgen hebben. Komt het wel goed?
En het stormt in ons land. Slimme ondernemers, en met hen wij allemaal, profiteren van negentig arbeidsmigranten en tien asielmigranten betalen het gelag. Dat scheldt en dat ziekt in het landsbestuur. Dat doet pijn in de samenleving en onder de mensen.
Waarom zijn jullie zo angstig?, vraagt onze Heer aan zijn leerlingen. Zij zijn angstig en wij zijn angstig omdat het stormt. Het water gromt en dreigt. Het water staat ons aan de lippen.
Heer, kan het U niet schelen dat we vergaan?
Waarom zijn jullie zo angstig?, vraagt hij. Ik snap het wel want ik voel het in mijn eigen lijf. Ik snap het wel. En jullie wellicht toch ook.

In psalm 107 komt ook water voor. Heel veel water zelfs. Dat is daar een zee van water. Dat kolkt en kookt. De mensen verzuipen er haast in want, zo zegt de psalm, hoog zweept hij de golven op. Hij? Wie is die hij? Is dat God soms? Ja, volgens de psalm wel. Dat water is een ware zondvloed. Dat spoelt alles weg. Waar hebben we al die ellende aan verdiend? vragen de mensen zich af. Ze schreeuwen het uit. Red mij, red mij. Heb mij lief.
Die psalm is als het leven zelf. Het is net een film. Of liever gezegd: een documentaire over alles wat een mensenkind kan overkomen in deze wereld.
Dat slaat op de vlucht uit een brandende stad. Dat doolt door de woestijn. Nergens een schuilplaats. Alleen maar zand en stof. Redt mij, redt mij. Heb toch medelijden.
Of dat heeft het spaans benauwd vanwege het eigen bedrog. Wroeging benauwdheid. Had ik het maar nooit gedaan. Is er een nieuw begin mogelijk. Red mij, red mij heb mij lief.
Of dat is misselijk geworden van alle uitspattingen, de drank en de drugs, het feesten en het beesten. Of dat nam huizenhoge risico’s. Dat bespeelde elke beurs. Dat voer op zeven zeeën tegelijk. Dat verdiende geld als water en kocht de hele wereld tot de zeepbel klapte. Alles gewonnen, alles verloren. Red mij, red mij. Heb mij lief.
Kijk, en dan zitten wij hier in Haarlem in de kerk en denken wellicht: Ja, dat komt ervan. Alsof het over anderen gaat. Nee, jij hebt nooit de andere kant uitgekeken. Jij bent nooit onmatig geweest, bent nooit afgedwaald, hebt niet één belofte ooit gebroken. Of toch wel, toch wel.
Dat water, dat gromt en dreigt, dat land dat brandt, heeft het niet veel te maken met het gedrag van ons mensen, in ieder geval het welvarende deel van de mensen in onze wereld?
Telkens komt het terug in de psalm. In hun angst schreeuwen ze tot de HEER, roepen wij tot de HEER, Heer, kan het u niet schelen dat wij vergaan?

Onze Heer sprak de wind bestraffend toe, lezen we in het Evangelie, en zei tegen het water: Zwijg! Wees stil. En de wind ging liggen en het water kwam tot rust.
Waarom zijn jullie zo angstig?, vraagt Hij. Geloven jullie nog steeds niet? En zij, en wij wellicht ook, bevangen door schrik, vragen ons af Wie is Hij toch, dat zelfs de wind en het water Hem gehoorzamen.
Wie is Hij toch. Dat is een hele goede vraag die ons verder brengt.
Hij is een mens die op God vertrouwt. Dat blijkt uit zijn vraag. Waarom zijn jullie zo angstig? Geloven jullie nog steeds niet. Geloven is niet: Denken dat spectaculaire wonderen zomaar gebeuren. Geloven is niet: God lost het allemaal wel op. Geloven is vertrouwen dat de Eeuwige met ons mensen het goede voor heeft. Geloven is vertrouwen dat zijn Woord en weg de goede weg is.

Vanaf de dagen de schepping heeft de Eeuwige ons mensen gezien en geroepen. Vanaf de dagen der schepping heeft Hij ons zijn schepping geschonken om die samen met de dieren en al wat leeft te bewonen. Vanaf de dagen der schepping heeft Hij ons zijn goede Woord gegeven om daarmee de schepping, de natuur, de dieren en de mensen, te koesteren, te verzorgen, lief te hebben.
En als er een is die dat tot in de diepste vezels van zijn bestaan heeft beleefd, dan is het onze Heer. Hij leefde dicht bij God en, want dat hoort bij elkaar, dicht bij Gods schepping, de wind en het water, de planten, de dieren, de mensen. De wind en het water gehoorzamen Hem. Hem wel. Het is alsof heel de natuur voelt: Zoals Hij leeft, zo is het goed. Hij is de Heer van de schepping, de tuinman in de hof, de ware zoon van God.

Waarom zijn jullie zo angstig? Geloven jullie nog steeds niet? Het is een confronterende vraag omdat ze ons doet nadenken over ons dagelijkse doen en denken. Zekerheid zoeken in macht en bezit. Angst hebben voor verlies. Het belast ons land en verdeelt ons mensen. Waarom toch zijn we zo angstig. Waarom vertrouwen we niet de liefde van God, vertrouwen te weinig de goede woorden die ons de weg wijzen naar het land waar het goed toeven is en naar het leven waar allen tot hun recht komen? Waarom zijn jullie zo angstig? Geloven jullie nog steeds niet. Denk je soms dat God jou niet stut als jij bij God kracht zoekt?

Opmerkelijk is de geruste slaap van Jezus. Hoe kan het dat hij slaapt? Kan hem soms nooit wat gebeuren. is hij onkwetsbaar, onsterfelijk, superman?
Nee, wij weten dat wel beter. Hij is breekbaar en kwetsbaar als wij allen. Hij kan ook verdrinken. Maar hij zoekt zijn kracht bij zijn Vader in de hemel. En daardoor kan hij zijn eigen kwetsbaarheid aan en zijn angsten de baas. Het is alsof hij denkt: Wat er ook gebeurt in mijn kwetsbare bestaan, het is in God verankerd. En dat is ook zo.

Ook in ons bestaan kan het heftig spoken.
Het kan zijn dat de omstandigheden ons beproeven. Zekerheden kunnen wegvallen. Status is kwetsbaar en bezit betrekkelijk. Je hebt een lief moeten loslaten. Je bent een vriend kwijt geraakt.. Het kind dat je hebt gedragen, gaat andere wegen. Je lijf waar je altijd zo op hebt vertrouwd, laat je in de steek. De kerk die je zo dierbaar is, verloopt...
Deze gevaren kun je niet vermijden. Het hoort bij het leven.
We kunnen dat leven aan wanneer we ons bestaan niet baseren op deze kwetsbare zaken maar wanneer we ons bestaan baseren op God. Alles, alles kan wegvallen maar Hij valt niet weg.
Niet alleen buiten ons maar ook binnen in ons, in onze ziel kan het heftig stormen. Dan roert en gromt het binnen in ons. De stem van ons geweten spreekt. De angst voor mislukking en uiteindelijk de dood knaagt.
Wat ons redt en doet leven is het dagelijks gezochte en gevoede geloof in de tegenwoordigheid van God in voor en tegenspoed. Wat ons redt en doet leven is dagelijks leven uit zijn Woord en eenvoudig doen wat goed is en de Heer van ons vraagtin de zorg voor zijn schepping en zijn mensen. Dat bevrijdt ons van de kramp en stilt de storm in onze ziel...
We hebben dan de moed om het leven te beamen, om ja te zeggen tegen ons bestaan, ook als het moeilijk te leven is. En we hebben de moed om te sterven als de tijd daar is omdat ook in de dood wij niet zullen vergaan.

Waarom ben je zo angstig?
Vertrouw op God die ons die ons koestert en behoedt, die ons roept zijn weg te gaan en op die weg ons altijd nabij blijft.
Amen.