Home


Preken


Jan BosContact:
Jan C. Bos
Wagnerkade 59,
2102 CT Heemstede
T  023 5332455
E jancbos@antenna.nl




Zondag 5 mei 2024  Wees niet bang, schrijft Petrus maar ik ben het vaak wel
1 Petrus 3, 13-22 Pelgrimskerk Badhoevedorp

Wees niet bang.
Dat schrijft Petrus aan jou en mij vandaag op deze zesde zondag in de paastijd waarin wij de bevrijding van onze Heer uit de dood vieren. Dat schrijft Petrus op deze zondag waarop wij ook de bevrijding vieren van ons land dat door een afschuwelijk Nazi regiem was bezet.
Wees niet bang, schrijft hij maar ik ben het vaak wel, vandaag. Ik ben bang om de alsmaar oplopende spanning in onze wereld. IK ben bang om kind en kleinkind in ons eigen land waar de tegenstellingen zich ook verdiepen, een land waar Joden zich niet veilig meer voelen, opnieuw niet meer en moslims trouwens ook niet, een land waar sociale media allerlei complottheorieën verspreiden. Het broeit onderhuids.
Wees niet bang, schrijft Petrus. Maar ik ben het vaak wel. Jij ook wellicht en jij.

Wees niet bang. Petrus schreef dat om te beginnen aan de eerste christenen van zijn dagen.
Wees niet bang om te zijn wie je bent: Een kind van God, een volgeling van Christus, een mens die gelooft en hoopt.
De eerste lezers van Petrus zijn maar een kleine minderheid in een hen vijandig gezinde samenleving. In die tijd waren er nog geen grote christenvervolgingen. Wel waren er pesterijen. De christenen werden gewantrouwd. Dat had geen eerbied genoeg voor de keizer. Dat at vlees en dronk bloed. Daar stelden de vrouwen zich wel heel vrij op omdat “in Christus de scheidsmuren waren weggebroken”. Dat was niet meer gehoorzaam aan de eigen man want “bij die christenen moest je gode meer gehoorzaam zijn dan de mensen”. Dat kon je niet vertrouwen. Eigenlijk waren het atheïsten want ze offerden niet meer aan de staatsgoden. Nee, nee, daar kon je maar beter niet mee te maken hebben. Dat was verdacht.
Van alle tijden is dat. Mensen oordelen zo snel en zo gemakkelijk. En van alle tijden is het dat een groep zomaar, zomaar zondebok is omdat ze anders doen en denken dan de grote meerderheid. Het is hun schuld dat mijn kind geen huis kan krijgen. Het is hun schuld dat mijn moeder geen ouderenzorg kan krijgen.
“Wees niet bang”, schrijft Petrus aan die eerste christenen. Zorg voor een zuiver geweten. Doe wat goed is. Geef geen voedsel aan vooroordelen. Vertel wat je hoopt en gelooft. Doe dat allemaal en wees niet bang.

Petrus citeert hier uit de Griekse vertaling van het boek Jesaja. Als we de Hebreeuwse Jesajatekst er bij nemen wordt het voor mij nog duidelijker wat Petrus wil zeggen. Die originele tekst luidt: “Noem niet alles een samenzwering wat zij een samenzwering noemen. Wees niet bang voor wat hun angst aanjaagt”.  Dat had bij wijze van spreken vandaag geschreven kunnen zijn.  Want de gedachte dat een of andere anonieme elite ons alles afpakt, brengt veel mensen in verwarring. Dat wroet in de harten van mensen.
De wortel van de angst is de angst voor verlies. Je bent bang je zekerheid te verliezen, je land, je inkomen, je bezit, je gezondheid, je vrienden, je geloof. Dat spookt in jou. Dat spookt ook in de ander die jou als een bedreiging ziet. Dat waart rond in de samenleving vol bange, bedreigde mensen die in hun hang naar veiligheid de ene repressieve maatregel op de ander stapelen en vandaag gevoelig zijn voor opzwepende taal over gevaar van buiten dat binnen bedreigt.
 Noem niet alles een samenzwering wat zij een samenzwering noemen.

De woorden van de apostel hebben ook een heel persoonlijk aspect.  Zomaar, zomaar heeft het spook van de angst vat op ons. Dat woelt in ons. Hoe moet het nu morgen want vandaag had ik een foute uitslag. Hoe moet het nu morgen want mijn baan is onzeker. Wordt ik geaccepteerd? Val ik er buiten? Word ik gepakt terwijl ik het toch goed bedoel. Al die angsten binden ons vast. Laat het los, laat het los, wees niet bang.

Waarom hoeven wij niet bang te zijn? Wij hoeven niet bang te zijn omdat de Eeuwige regeert. Wij hoeven niet bang te zijn omdat we verbonden zijn met Christus die groter is dan ons bestaan. En als het lijden ons overkomt dan ook, dan nog zijn wij met hem verbonden.
Nee, nee. De Eeuwige regeert niet met gewelddadige machtsmiddelen. Hij zet geen wapens in om een agressieve Poetin in toom te houden of strijdende partijen in het Midden Oosten te temmen. Hij strijkt niet met een vingerknip al jouw ziekte en pijn weg. Dat allemaal niet. Dat weet u ook wel. Hij regeert ons met zijn Woord en Geest. Hij regeert ons met de liefde die in zijn Zoon, onze Heer, zichtbaar wordt.
Op dat Woord van de Eeuwige richt ik mij als de angst mij dreigt te overmeesteren.
Laat het los, zegt Petrus en daarin volgt hij zijn meester die ons gezegd heeft: maak je geen zorgen voor de dag van morgen. Natuurlijk, de overheid is geroepen zorgvuldig toe te zien op recht en gerechtigheid en bedreigingen van buitenaf zo goed mogelijk te weren. En jij moet werken voor je brood en je huishouden onderhouden en kinderen opvoeden met het oog op de toekomst en voorzorgsmaatregelen nemen voor zover je dat kan.  Maar laat het dan ook los. Laat het iedere avond los en in de handen van God. Petrus zelf heeft maar al te goed geweten wat het is om bang te zijn. In de hof sloeg hij wild om zich heen met zijn zwaard. In de hof kroop hij angstig weg en verloochende zijn Heer. Dat alles doet de angst met jou. Maar door de liefde van de Heer heeft hij die angst overwonnen. Gaandeweg kan een mens dat leren.
In de tijd van ziekte in mijn eigen huis heb ik geleerd om bij de dag te leven. Iedere dag is er een. Iedere dag is een dag in verbondenheid met de Eeuwige. Wees niet bang.
En ook als je valt, vroeg of laat, val je in zijn hand. Want Christus heeft de dood overwonnen. Wees niet bang.

Christus heeft de dood overwonnen en heeft aan de gevangen geesten het evangelie verkondigd, schrijft Petrus, aan hen die ten tijde van Noach weigerden te gehoorzamen. Dat is een intrigerende tekst. Petrus schrijft in beeldtaal. Toen Christus werd gedood is hij naar de gevangen geesten gegaan. Hij is naar die mensen gegaan die in de tijd van Noach door hun ongehoorzaamheid ten onder zijn gegaan. Maar zelfs die zijn niet afgeschreven.
In de paasiconen van de Oosters-Orthodoxe kerk wordt het afgebeeld. De grote muil van de onderwereld staat open. En Christus de overwinnaar bevrijdt een hele sliert mensen. Hij bevrijdt de gevangen geesten. Niemand, niemand is definitief afgeschreven.

Dus ook al die mensen niet waardoor jij je bedreigd voelt. Ook die hele boze buitenwereld niet waartegen wij ons pantseren. De gevangen geesten zijn de verloren mensen van oudsher maar ook de verloren mensen vandaag, zijn de mensen die zo gevangen zitten in hun angst, die elkaar beloeren en terroriseren en geen meter ruimte gunnen. Wees niet bang waarvoor zij bang zijn en doorbreek de angst door in geloof en hoop te leven. Christus kan een nieuw begin maken in jou en in de ander.
Bevrijd je zelf van geweldsdenken en angst door in geloof en hoop te leven. Ooit toen je gedoopt werd, heb je dat achter je gelaten. Dat water, dat zondvloedwater van de angst, dat doopwater, je bent er door heen.

Misschien dat het je toch weer bekruipt. Dan woelt het in je slaap en klontert het in je buik. Dan valt het weer tegen. Dan kijk je weer angstig naar de ander wat hij van je vindt. Dan durf je nauwelijks te geloven en te hopen en lief te hebben.
Maar iedere dag opnieuw mag je vragen om kracht. Dankzij de opstanding van Christus mag je iedere keer opnieuw tegen de angst bidden om moed en geloof.
Dat is ook bij uitstek een gebed voor bevrijdingsdag.
God verlangt niet van jou dat jij bent en doet wat de ander wil. God verlangt van jou dat jij bent zoals Hij je heeft bedoeld en doet wat Hij wil.
Recht doen, trouw zijn en ootmoedig wandelen met je God.
Dat is tot op vandaag het fundament van onze samenleving. Het is het Woord waarmee God ons regeert.  Dat levende Woord. Het draagt ons dag aan dag.
Amen.