Home


Preken


Jan BosContact:
Jan C. Bos
Wagnerkade 59,
2102 CT Heemstede
T  023 5332455
E jancbos@antenna.nl




Zondag 21 april 2024  Wie beschermt de schapen?
Johannes 10,11-16  Verbondskerk, Vijfhuizen

Wie beschermt de schapen?
Wie beschermt de schapen tegen de wolf?
De wolf valt de schapen aan. En de schapen hebben geen schijn van kans. De wolf bijt de schapen dood. Het is een roofdier. Het is de natuur. Hij eet er van.
Vroeger kwam de wolf in Nederland niet voor. In 1868 werd de laatste gedood tot vreugde van alle schapenhouders. Maar het is tegenwoordig een beschermde diersoort en vanaf 1996 zijn ze weer terug in Nederland. Negen roedels op de Veluwe. Een paar in Drenthe en elders. Dar sluipt gulzig rond in de nacht. Dat verslindt reeën en andere prooidieren. En dat bijt de schapen dood tot verdriet van alle schapenhouders. Arme schapen. Heftige discussies alom. Kunnen we die wolf niet beter afschieten? Dan hebben we geen gedoe.
Maar nee, zeggen de natuurliefhebbers. De wolf is ook een schepsel Gods net als de leeuw en de beer. En de wolf hoort thuis in West-Europa. Je moet niet de wolf doden. Je moet je schapen beschermen. De schapen zijn weerloos tegenover de wolf maar de herder is dat niet.
Ineens begint voor mij de Bijbelse gelijkenis opnieuw te spreken. Die gelijkenis erkent het gevaar van de wolf. Maar de nadruk ligt op de goede herder die de schapen wel en de huurling die de schapen niet beschermt. Een goede herder gaat met zijn schapen mee als ze buiten zijn. Hij laat ze niet in de steek als de wolf komt.

Je ziet het gewoon voor je. De wolf springt met opengesperde muil en blikkerende tanden in de kudde en de schapen stuiven uiteen. De schapen raken verstrooid over de bergen klaagde Ezechiël al. Zij dwalen ieder voor zich. Niemand die hoedt, niemand die weidt, niemand. Ieder voor zich vreet het gras voor de voeten. Ieder voor zich loopt verloren rond.
Het komt door de wolf, denk je al gauw. De wolf is de boze wolf. De wolf staat voor alles wat jou raken en bedreigen kan. Storm en wind, ziekte en zeer. De wolf, het is de kanker die jou en je kind opvreet. De wolf, het is de armoede die jouw bestaan onderuithaalt. De wolf, dat is de vijand die jouw bestaan bedreigt maar het kan ook de buurman zijn die jouw geluk vergalt. De wolf, dat is de gelukzoeker die jouw huis inpikt, de migrant die aast op jouw ruimte. En de mensen, al die arme schapen worden angstig en boos. Ze stuiven uiteen. Kan die wolf niet weg? Afschieten, uitroeien, die wolf
De schapen worden verstrooid door de wolf. Er is geen samenhang, geen bezield verband.
Het Bijbelse begrip verstrooiing geeft precies aan wat vandaag gebeuren kan en feitelijk ook gebeurt in onze westerse samenleving. De economische eenheid groeit maar de mensen raken hun zinsverband kwijt. Ieder voor zich wordt meer en meer het parool. De schijnbaar anonieme macht van de geldeconomie jaagt de mensen uiteen. Er wordt geschoven en gedaan. Er wordt gekeken naar wat profijtelijk is voor de bezitters van de kassen. Er wordt geloerd en gejaagd. Er wordt complot gedacht en nepnieuws opgedist. De schapen worden tegen elkaar opgezet. De schapen worden voor elkaar tot wolven.
Het komt allemaal door de wolf, denken wij en zeggen we tegen elkaar. Weg met de wolf. Maar de gelijkenis die wij vanmorgen gelezen hebben, zegt wat anders. De grote boosdoener is niet de wolf. Het is de huurling. De huurling wordt geacht de schapen te hoeden maar hij doet dat niet. Hij houdt niet van de schapen. Hij is uit op eigen gewin en laat de schapen in de steek.
Je hebt de goede herder en je hebt de huurling. Je kunt ook zeggen: Je hebt slechte herders en je hebt de goede herder.
Er zit een wereld van Bijbelse wijsheid in deze gelijkenis.

Wie is de goede herder? Wie beschermt de schapen?
In het Eerste Testament is dat de Eeuwige zelf. De HEER is mijn herder, zingt een van de allermooiste psalmen uit de Bijbel. De HEER, de God van Abraham, Izak en Jacob, de God van Mozes en de profeten, die HEER is mijn herder. Hij weidt mij in het groene gras. Ik kom niets tekort want Hij leidt mij met zijn Woord en Geest, Hij voedt mij met zijn liefde. Hij is mijn goede herder.
De wetten, de regels van het verbond zijn uiting van die liefde. Ze leiden ons, ze voeden ons. Ze houden ons bij elkaar. En dat werkt door tot op vandaag. Onze grondwet is zo schatplichtig aan de Bijbelse grondrechten die ieder mensenkind overeind houden, onze wetten en verdragen hebben sporen in zich van dit Bijbelse recht.
En deze goede Herder stelt herders aan over zijn volk. De bedoeling is dat ze de schapen leiden en bijeenhouden en ze niet uit eigenbelang, winstbejag, machtswellust in de steek laten. De bedoeling is dat ze betrouwbaar zijn en rechtvaardig en niet een loopje nemen met het recht omdat het even beter uitkomt.
De bedoeling is dat ze dat niet doen. Maar ze doen het wel. We doen het wel. Arme schapen. Wie beschermt de schapen als de huurling het laat afweten?

Ik ben de goede herder, zegt onze Heer. Ik ken mijn schapen en laat ze niet in de steek zoals de huurling doet. Ik denk dat onze Heer dit zegt met het oog op de leidslieden van die dagen die de blindgeborene waar in het vorig hoofdstuk over wordt verteld, uit de synagoge gooien. Huurlingen zijn het, geen herders.
Ik ben de goede herder. Ik ken mijn schapen zoals ik de Vader ken en de Vader Mij kent.
Het is die innige eenheid tussen de Vader, de Zoon en de schapen die ons vandaag vertrouwen en moed kan geven. Er is een onverbrekelijke band tussen de goede Herder van het Eerste en van het Nieuwe Testament. Er is een onverbrekelijke band tussen de herder en zijn schapen. Hij verzamelt al die arme, verstrooide schapen. Hij verzamelt de schapen die door de wolf gebeten zijn. Hij verzamelt de schapen die door de huurling in de steek gelaten zijn.
De eenheid van de schapenkudde is allereerst een geestelijke eenheid. Het gaat allereerst om de verbondenheid met de herder en daarna, daardoor om de verbondenheid met elkaar. De schapen die zich laten leiden door de herder, die luisteren naar zijn stem, naar zijn goede woorden die ons de gerechtigheid leren en de liefde, zijn verbonden met Hem en met elkaar.
Dat herderschap geldt allereerst Israël, zijn arme volk dat zo diep in nood is. En daarna ook andere schapen. En ik meen dat daarmee de volken worden bedoeld, wij dus. We delen in zijn herderschap.
De verbondenheid met de goede herder die zich met zijn leven voor je inzet, laat dat groeien en bloeien in jou. De verbondenheid met de goede herder die jou voedt met zijn Woord vol liefde en zijn gebod om de naaste lief te hebben, laat dat groeien en bloeien in jou.
Ooit zal die verbondenheid voltooid worden in de ene kudde onder de ene herder, de echte, de goede herder.

Maar nu is dat nog niet zo. Het lijkt er niet op in de angstige, gespannen tijd. Wie beschermt de schapen als de huurling het laat afweten? Wie beschermt het arme volk Israël dat geleid wordt door een machtsbeluste premier en een eng nationalistische regering? Zij doen het niet. Ze roepen alleen maar meer onheil af over dat arme volk. Wie beschermt de Gazanen tegen misdadige Hamasleiders? Wie beschermt de angstige, bange schapen in ons eigen hopeloos verdeelde land. Stoer roepen dat je de wolf wel elimineren zal, helpt niet. Echt herderschap is op zijn minst verbonden met de goede Herder uit onze kostbare traditie. Echt leiderschap is van binnenuit verbonden met de kostbare waarden van recht en gerechtigheid waarin onze instituties zijn geworteld en zorgvuldig opgebouwd. De wolf is er. Wen er aan. De wolf is er zoals ziekte en zeer er is, tegenspoed en ongemak, diep verdriet en rouw. Echte herders blijven dan bij hun schapen.
IK geloof dat de Goede Herder bij zijn schapen blijft. Hij wel. En ik geloof dat Hij in elke tijd goede herders roept en inspireert om zijn volk te leiden in recht en gerechtigheid. Voor onze protestantse kerk is het vandaag roepingenzondag. Ik hoop en bid dat er in onze kerk jonge mensen opstaan die in Gods naam herder willen zijn in de gemeente.

Wie beschermt de schapen? De goede Herder doet dat. Hij beschermt jou als de wolf komt. Hij beschermt jou in goede en kwade dagen, in tijd en eeuwigheid. Hij verzamelt jou in zijn kudde, bergt jou in zijn schaapskooi.
Mensenkinderen lopen nu vandaag verloren in onze straten. Ze horen de stem van de herder niet. Niet meer of nog niet. Maar de Goede Herder zoekt hen en wil hen verzamelen. En wij zijn geroepen een plek te zijn en te blijven waar de stem van de Goede Herder klinkt. Wij zijn geroepen om voor al Gods verstrooide kinderen gastvrij te zijn. Wij zijn geroepen elkaar en de wereld te hoeden.
Amen