Home


Preken


Jan BosContact:
Jan C. Bos
Wagnerkade 59,
2102 CT Heemstede
T  023 5332455
E jancbos@antenna.nl




Zondag 3 december 2023  Kunnen we nog worden gered?
Jesaja 64 en Marcus 13, 24-37  Verbondskerk Vijfhuizen

Kunnen we nog worden gered?
Jesaja vraagt het zich af in een van de meest intense gebeden uit de Bijbel. 
Scheur u maar de hemel open om af te dalen!  Zo begint het.
Scheur toch de wolken weg en kom.
Het is gebeden in een stikdonkere tijd.  Het land is besmeurd.  De instellingen die de samenleving dragen, in die dagen Sion en Jeruzalem, zijn vervallen. De heilige plaatsen zijn vergaan.  Hoop heeft plaats gemaakt voor wanhoop en moedeloosheid.
Kunnen we nog worden gered?

Het is nu de eerste zondag van advent in 2023 en we lezen samen die oeroude tekst uit Jesaja.
En ik weet niet hoe het u vergaat maar als ik het hoor, dan hoor ik dat het over vandaag gaat. Dat het over onze tijd gaat.
Kunnen we  nog wel worden gered?  Kan het? Kan het nog?  Ieder VN klimaatrapport is somberder omdat we maar doorgaan met vervuilen.  Dat gaat van anderhalf, naar twee, naar drie graden opwarming.
In ons eigen land kiezen mensen, vaak ook uit wanhoop,  voor hun eigen belang boven dat van allemaal samen. 
Ook hier verliezen maatschappelijke verbanden samenhang.  Mensen leven mensen richtingloos langs elkaar heen, kinderen lopen verloren.
We zijn verwelkte bladeren verwaaid op de wind van ons wangedrag, zegt Jesaja.
Onze wereld, in ieder geval  de ons vertrouwde wereld is kwetsbaar geworden en dreigt ten onder te gaan in de machtsstrijd tussen de groten der aarde die beschikken over duizendvoudig verwoestend vuur. 
Kunnen we nog worden gered?
Jesaja worstelt er mee en wij met hem.  Is er nog hoop voor onze wereld of niet meer. Komt het ooit goed of kun je dat wel vergeten.
Het is voor hem een hele reële vraag, een bange vraag ook. En tot in mijn tenen voel ik met hem mee.  Kunnen we nog worden gered?  En om misverstand te voorkomen. De profeet vraagt niet om redding ooit in de hemel. Hij vraagt naar redding voor de mensen en de wereld, hier en nu. Kan dat? Kan dat nog?
Nogal wat mensen vandaag zeggen:  Wen er maar aan. Het gaat niet meer lukken. Wie blijft hopen sluit zijn ogen voor de werkelijkheid.  Je kunt beter hoopvrij leven, las ik kort geleden in mijn krant. Wees realistisch en neem de dingen zoals ze zijn.

Ook in het Evangelie van deze Eerste advent is de tijd hard en donker. Het is de harde donkere tijd die volgens de laatste toespraak van Jezus, voorafgaat aan de voltooiing van alle dingen.  En toen de Evangelist jaren later deze toespraak opschreef, gebeurde het de mensen aan den lijve. Jeruzalem werd door soldaten platgebrand. Dat vluchtte alle kanten uit maar had geen plek.  Dat ging maar door. Dat gaat maar door tot op vandaag. Dat zien we nu gebeuren in Gaza en in Oekraïne.  Dat doemt dreigend over heel de wereld.  Dit is de tijd, de harde tijd waarover Jesaja sprak. Dit is de tijd die Jezus noemt in zijn laatste toespraak. Dit is de tijd dat alles wankelt, de tijd van de donkere wolk die zon en maan verduistert. Dit is de tijd van de kleine kwetsbare gemeente die wij zijn.
Kunnen we nog worden gered? Kan het?
Scheur toch de wolken weg, en kom!

Kunnen we nog worden gered?
Het is bij Jesaja geen politieke vraag.  Het is een geestelijke vraag. Het is een geloofsvraag.
Het is een gebed.  Het is een gebed tot de Eeuwige die ons mensen voor het geluk geschapen heeft Het is een gebed uit diepte omdat dit geluk verder weg lijkt dan ooit. Het lukt ons mensen maar niet de angst voor verlies en de begeerte naar meer te boven te komen.
Jesaja bidt het zo:
De weg van de zonde volgen we al zo lang, bidt hij. De weg van de zonde volgen we al zo lang. Kunnen we nog worden gered?
Het woord zonde valt in dit gebed. Veel mensen hebben een hekel aan dit woord omdat ze het in verband brengen met benepen moralisme. 
Maar in de In de Bijbel is zonde niet een benepen maar een heel diepzinnig begrip.  Zonde is: Je bent tegen je diepe bedoeling en bestemming ingegaan. Je hebt het bondgenootschap gebroken, je hebt de schepping niet behoed maar beheerst, je medemens niet gekoesterd maar geknecht of erger nog, gedood. Je hebt jezelf niet gedragen als dienaar van de schepping maar als eigenaar van de schepping.  En nu overal op aarde zien we de gevolgen.
Is het soms omdat de Eeuwige zelf toornig is en zich van ons heeft afgewend?  Heeft Hij zich toornig verborgen achter de wolk? Is dat het?
Zowel in de Jesajalezing als in psalm 85 die wij gezongen hebben wordt dit vermoed, gebeden, gezongen in de Advent.  Heb jij je soms van ons afgekeerd God omdat wij dwaas zijn en het trouwverbond gebroken hebben?
Maar we zijn toch jouw volk?   We zijn diep in nood. We hebben ons zelf in de nesten gewerkt maar we zijn toch jouw volk. God, we zijn toch jouw volk…
Het is een gebed uit de grond van je hart en het diepst van je ziel.  Je wijst niet naar anderen. Je zoekt geen zondebok. Jij staat samen met de anderen op deze aarde.  Je maakt er deel van uit.  Gewaagd, gewonnen, verloren. Geluk gehad. Mis getast.  Je hebt meegedaan.  Jij staat samen met anderen voor God en bidt: Kunnen we nog worden gered?
Scheur toch de wolken weg, en kom!

In het Evangelie komt die wolk, die donkere, dreigende wolk, die wolk die God verborgen houdt, ooit aan het licht. Midden in de harde tijd, midden in de verdrukking, het geweld, de rouw komt de Mensenzoon op de wolken, zegt Jezus in het Evangelie.  Het is een beeld. Dat snapt u wellicht. 
De wolk is het teken van Gods verborgenheid en genadige toewending. Breek toch de wolken weg en kom. Nu In de Advent wordt dat gebeden en nu in de Advent wordt het gehoord.
Leer van de vijgenboom, zegt Jezus in het evangelie. Leer van de vijgenboom want de tijden zijn angstig en de dagen duren lang. Wat dan kunnen wij leren van de vijgenboom?
Als zijn takken uitlopen is de zomer nabij. Dat kunnen we leren.
De vijgenboom, dat is het teken van het volk van God dat vruchten hoort te geven als de Messias komt.  Dat is dat volk waar de tuinman om heen graaft en mest en giet en verzorgt opdat er ooit eens vruchten komen.  Maar ach, kil zijn de mensen als een kale boom in de winter. Zal ooit, zal ooit.
Maar let op, kijk goed. Als de vijgenboom week wordt, weet je dat de zomer nabij komt. Dat mensenvolk van God, het lijkt wel of het nooit wat wordt, maar hier en daar gloort het. Soms breekt Gods licht in mensen door onstuitbaar, als een kind dat wordt geboren. Dat maakt deze tijd zwanger van de Messias.
Wanneer zal het geschieden, vragen de leerlingen.  Jezus zegt: Kijk naar de vijgenboom. Kijk goed.
Leef met open ogen. Leer zien. Ik lees daarin een bemoediging en een opdracht. Ik lees de opdracht naar vruchten te speuren en de bemoediging vrucht te dragen in een tijd waarin pijn en nood is.
Als je naar de grote politiek kijkt en naar de hardleersheid van mensen dan wordt je moedeloos. De uitputting van de aarde wordt ontkend, de nood van mensen genegeerd. Maar toch zijn er die spiertjes hoop. Een Palestijn en een Israëli trekken samen op. Het is klein maar het gebeurt. Zaadjes worden geplant en bomen beschermd. Het is klein maar het gebeurt. Vluchtelingenkinderen worden opgevangen en taallessen gegeven. Het is klein maar het gebeurt. Let op die twijgjes zegt onze Heer. Ze zijn een teken dat God in mensen werkt.  Het is onze roeping die mensen te worden.

Kunnen we nog worden gered?
Nu in deze Advent bidden wij met Jesaja hartstochtelijk om het komen van de Heer.   Scheur toch de wolken.  Wij zijn toch uw volk?
Let op wat onze Heer zegt  in de les van de vijgenboom.
Hemel en aarde zullen voorbijgaan, zegt Hij.  Maar mijn woorden zullen niet voorbijgaan.  Alle verborgenheid, alle vergeefsheid zal voorbijgaan. Maar mijn woorden zullen niet voorbijgaan. Wat zijn dan de woorden die niet voorbijgaan? Het zijn de woorden van het verbond tussen God en mensen. Het zijn de woorden van de liefde waarmee Hij zich richt tot zijn volk.
Ondanks veel, ondanks alles, ja Jullie zijn mijn volk en ik scheur de hemel om jou midden in de dood te bezoeken.
Dat horen wij in deze advent. In deze donkere dagen verwachten wij zijn komen in de wereld.   Want we zijn toch zijn volk. Hardleers, weerspannig, struikelend op de tast, we zijn het allemaal.
Maar we zijn zijn mensenkinderen. Dat is onze roeping en bestemming
En dat is de diepe grond van onze hoop.