Home


Preken


Jan BosContact:
Jan C. Bos
Wagnerkade 59,
2102 CT Heemstede
T  023 5332455
E jancbos@antenna.nl




Zondag 5 november Houd je lamp brandend
Mat 25, 1-13  Verbondskerk Vijfhuizen

Bij alle verhalen die onze Heer vertelt in de laatste dagen van zijn leven is er één ding wat als een paal boven water staat en telkens weer benadrukt wordt: En dat is dat de mensenzoon komt.
De ene keer is Hij de heer van het huis die terugkomt bij zijn dienaren en kijkt of er goed voor hen is gezorgd, een andere keer een wijngaardenier die ons zijn wijngaard toevertrouwt, dan weer een rijk mens die rekenschap vraagt van alle goede gaven die je gekregen hebt,  in ons verhaal een bruidegom die met de bruiloftsgangers feest viert.  Wij allemaal zijn bruiloftsgangers, Hij is de bruidegom die zijn gasten onthaalt aan zijn tafel.
Je weet niet wanneer Hij komt, maar Hij komt.
Ooit komt het goed met deze wereld want God blijft zijn lijdende Schepping trouw. Dat lees ik vandaag, om te beginnen, in deze verhalen. Ooit komt het goed met deze verscheurde, geteisterde aarde. Ooit komt het goed met kind en kleinkind waar je je zo zorgen over kunt maken. Ik tenminste wel.   Ooit komt het goed.  Maar nu vandaag is het nacht.

Het is nacht en we hebben olie nodig om onze lamp brandend te houden
Het is nacht. Het nieuws maakt mij somber.  Ik moet mijn best doen om niet wanhopig te worden onder de uitzichtloze kringloop van geweld in het land waar ooit Jezus zijn verhalen vertelde.  Dat is zo gewond daar. Dat is zo verlamd door wanhoop, woede en haat. Dat is zo verdrietig om alle vergeefsheid. En ik moet mijn best doen om niet somber te worden onder de voortdurende alarmberichten over het klimaat. De ijskappen smelten onomkeerbaar. Het zeewater stijgt onmiskenbaar.  Hoe moet het toch voor mijn kleinkinderen goed komen?
En ik maak me zorgen om de kloof tussen mensen. Die tussen rijke en arme mensen allereerst. Die tussen dat eiland van welvaart in onze streken en de immense mensenmassa die door oorlog, honger, hitte en droogte geen kant uit kan. Die verzuipt in een zee van ellende in het zicht van onze kust.   Ik heb licht nodig, mijn lamp heeft olie nodig want het is nacht. Het is donker in onze wereld. En ik denk zomaar, jij ook. Jouw lamp heeft olie nodig.  Je hebt licht nodig in de lange nacht en op de lange duur

In het verhaal zijn vijf meisjes wijs. Ze nemen niet alleen hun olielampjes mee maar ook kruikjes met olie.
Waar staat die olie voor? Die olie staat voor de bereidheid de bruidegom te ontmoeten en rekening te houden met zijn komst ook al weet je niet wanneer.  De olie staat voor de intieme omgang met God. Zoals de olie het lampje brandend houdt, zo houdt bijbellezen, bidden, mediteren de lamp van de ziel brandend in de lange, lange duur. En de olie staat voor de bereidheid je toe te keren naar de ander en haar of hem lief te hebben want in hem ontmoet je de bruidegom.
De olie is voor de lange duur en voor als het er op aankomt. Wijs is wie zich in de lange duur en als het er op aankomt laat inspireren en versterken in een leven van gebed en ruimte maken voor de Geest van de Eeuwige. Wijs is wie vervolgens ook doet wat moet en rechtvaardig is. Wijs is wie dat niet doet uit eigen kracht alleen.
Uw Woord is een lamp voor mijn voet. Dat zingen we met de psalmen. Het is een Woord dat ons roept om recht te doen en trouw te blijven, ook in de lange duur. Het is een Woord dat ons vasthoudt  want God zelf houdt ons vast in de lange duur. Hij blijft zijn lijdende Schepping trouw.  Ga zorgvuldig met dat lampje om. Klamp je er aan vast als een drenkeling aan wrakhout.

Vijf meidjes zijn wijs. Vijf meisjes zijn dwaas.  Ik moet denken aan vrouwe wijsheid en vrouwe dwaasheid in het boek Spreuken.  We hebben het gelezen. Vrouwe wijsheid nodigt je niet alleen uit  om recht te doen en trouw te zijn, ze stuurt haar dienaressen uit. Ze bezoekt je. Ze spreekt met je in de kring. Ze houdt je bij de les, zoals wij elkaar bij de les houden.  Vrouwe dwaasheid zit op haar hoge stoel en verleidt je. Ze verleidt je met mooie praatjes. Gestolen water smaakt verrukkelijk. Gestolen brood is een lekkernij.  Profiteer je niet dan ben je een dief van je eigen portemonnee. Iedereen doet het. Waarom jij niet.  Zo praat vrouwe dwaasheid tot op vandaag en maakt je tot een egoïst die alleen aan zichzelf denkt en daardoor de nacht alleen maar duisterder.
In  het boek Spreuken is vrouwe wijsheid verbonden met de Eeuwige zelf. Haar rijkdom berust niet op uitbuiting. Haar kennis wordt niet ingezet voor macht. Je leeft bij het Woord dat je vasthoudt.
Dat Woord is een lamp voor je voet in de lange, lange duur en in de donkere nacht.  Ooit komt het goed en hou je in de lange duur aan de wijsheid die gegrond is in het recht van de Eeuwige.

Het verhaal over de wijze en dwaze meisjes staat in de rede over de "laatste dingen" Onwillekeurig zijn wij geneigd bij de laatste dingen aan de toekomst te denken. Dat is ook terecht want Gods toekomst is onze hoop. Maar bedenk ook:  Bij de laatste dingen gaat het over heden en toekomst, nu en straks, lange duur en laatste ernst.
Die laatste ernst zit ook in het verhaal.
Zegt Jezus zelf niet dat je hem ziet in de minste zuster en broeder, in de vluchteling, de vreemdeling, de diep gewonde Israëli, de zwaar verslagen Palestijn.
Oog in oog sta jij met de bruidegom. Wat doe je als hij kijkt. Herken je hem of wil je van hem niet weten. Oog in oog sta jij. Dat is hier en nu de laatste ernst.
Oog in oog sta jij, nu vandaag met de bruidegom. Je komt hem tegen in het gezicht van wie in nood is. Je komt hem tegen in het woord van de Schrift. Je komt hem tegen in de hitte van de dag en in de stilte van de nacht. Hij troost je, om te beginnen. Hij vergeeft je om te beginnen al die keren dat jouw ogen zwaar waren, zo zwaar.
In de lange duur ontmoet Christus ons in een vriend die ons kust, een woord dat ons troost, een lied dat ons verwarmt. In de lange duur zoek ik Hem in mijn gebed en laaf ik mij aan zijn bron. In de lange duur ontmoet Christus ons in het gelaat van de ander, in het grauwe gezicht van de armoede. Wend ik mij toe of af. Ken ik Hem of niet?
Niemand, niemand kan voor jou beslissen. Je bent vrij. Je kunt je afkeren. Je kunt de bruidegom negeren. Je kunt er voor kiezen hem niet te kennen. Je kunt zeggen: Ik ken jou niet. Het is hard maar waar.
Kunnen die meiden de olie niet delen? Nee, dat kan niet. Waarom dan niet? Omdat er een laatste ernst is. Omdat het er nu op aankomt dat lampje te koesteren en de wijsheid vol te houden. De weg van de volgehouden dwaasheid loopt dood.  Dat wil het verhaal zeggen
Maar de verteller van het verhaal gaat nog een stap verder.  Nadat hij alles uitgesproken heeft gaat Hij naar Golgotha en draagt alle verdriet van dwaze en wijze meisjes zelf. Die zoete olie wordt jouw geboden, vandaag.
 
Je hebt een lampje. Het is je toevertrouwd. Vul het met olie. Die wordt je geschonken.  Een prachtig voorbeeld van zo’n olielampje zag ik in Buitenhof vorige week.  In het diepste duister gaven een joodse rabbijn, Abraham Soetendorp en een moslim Imam Shamier Madhar  elkaar een hand en uitten hun verbondenheid.  Ze zagen elkaar diepe pijn en voedden in elkaar de hoop op vrede.
Dat is olie in je lampje doen.  Dat is bereid zijn in de ander de bruidegom te ontmoeten.
De olie raap je op uit de Schrift en deel je met je zusters en broeders. Wij allemaal worden geroepen om te delen in de goede olie van Gods woord. Want één ding blijft staan: De bruidegom komt. God blijft zijn lijdende Schepping trouw. Wij allemaal worden geroepen om daar uit te leven om te groeien, om wijze meisjes te worden.