Home


Preken


Jan BosContact:
Jan C. Bos
Wagnerkade 59,
2102 CT Heemstede
T  023 5332455
E jancbos@antenna.nl




Zondag 17 september 2023  Vergeving voor Jona?
Jona 2 en Matteüs 18, 21-35 Oude Kerk Heemstede

Is er vergeving voor Jona?
In het Evangelie van vanmorgen vraagt Petrus aan Jezus: Heer, als mijn broeder of zuster tegen mij zondigt, hoe vaak moet ik dan vergeving schenken? Tot zevenmaal toe?’ Jezus antwoordde: ‘Niet tot zevenmaal toe, zeg ik je, maar tot zeventig maal zeven.
Dat zeventig maal zeven kan ons behoorlijk dwars zitten. Zo vaak? Je kunt toch niet aan de gang blijven. Neem Jona.  Is er vergeving voor Jona?

Jullie kennen het verhaal van Jona. Vorige week lazen we het eerste hoofd-stuk. En nu vandaag lazen we psalm die Jona bidt in de buik van de vis.  Kolkend water heeft mij omgeven, klaagt die psalm. Jona is diep, heel diep in nood. Het water, het dreigende water heeft hem omgeven.
Jona, hoorden jullie vorige week, kreeg de opdracht om de grote stad Ninevé aan te klagen. Die grote stad vol mensen misdroeg zich in de ogen van de Heer en Jona wordt geroepen om woorden te spreken die omkeer bewerkstelligen, hoop geven, uitkomst bieden. 
Jona wordt geroepen op de goede weg te gaan van de HEER maar hij gaat de andere kant op.
Hij gaat wat de secretaris-generaal van de Verenigde Naties beeldend ge-noemd heeft “the highway to hell”. Precies dat beelden de Hebreeuwse grondwoorden uit in het boekje Jona. Jona daalt af.
Jona gaat niet op de goede weg van de Heer maar daalt af naar Jafo in Tarsis, daalt af in een schip, daalt af in het ruim, beland in een kolkende storm, wordt overboord gegooid en opgeslokt. Dieper kun je niet zinken.
In plaats van goede woorden spreken die perspectief bieden, hoop geven, verzaakt Jona kortzichtig en egoďstisch. De bedoeling is dat iedereen breekt met zijn kwalijke praktijken en met het onrecht dat hij doet. De be-doeling is dat er een einde komt aan onrecht en geweld, schaamteloze uit-buiting en achteloze verspilling. Maar Jona wil daar niet aan en wil niet gaan. Hij wil niet dat het goed gaat Ninevé ten koste van zijn eigen comfort en geluk. Althans, daar is hij bang voor.  Hij is de enige niet die onwillig is want uit op kortzichtig eigenbelang. Ik denk dat het in ons allemaal schuilt en zomaar de kop op steekt. Wel weten wat goed is en de Heer van ons vraagt maar bang zijn voor verlies. En die angst brengt ons in diepe nood.
Jona is ondergegaan in het woeste water. Dat omgeeft hem van alle kan-ten. Hij is neergedaald in het rijk van de dood. Zo ervaart hij het. Zo is het nu voor hem.  Is er vergeving voor Jona?

Midden in het boos getij laat de HEER Jona opslokken door die grote vis. Wat is het voor vis? Het is het oermonster. Het is de Leviathan, zeggen sommige Joodse uitleggers. Het is de verzwelgende zee in eigen persoon. Die verzwelgende zee beneemt ons de adem. Vandaag meer dan ooit. Daar is geen redden meer aan, niet meer, niet meer, denken wij in onze somber-ste gedachten.
Maar die grote vis wordt door de HEER beschikt. Zo staat het in de mij nog vertrouwde vertaling. En door die beschikking van de HEER wordt de vis niet alleen de diepste donkerte maar ook schuilplek van gebed. Stel het je voor. Dat kolkt en kookt daarbuiten, dat is aardedonker daarbinnen En in dat donker wordt gebeden. Jona bidt vanuit zijn tenen. En dan wordt in die psalm de grote vis een gebedshuis waar de stem van de HEER klinkt en zijn aanwezigheid oplicht. Jona herkent in de storm, in het kolkende water en de zware golven de hand van de HEER. Het zijn uw golven, bidt hij. U slingerde mij in de diepe zee. In die diepe zee roep ik U aan en wordt ik ge-hoord. In de diepe zee bent U mij nabij en trekt u mij levend uit de dood om-hoog.

Is er vergeving voor Jona?   Is er vergeving voor jou en voor mij?
Ja, ik weet wel dat wij meestal samen met Petrus de vraag andersom stel-len.  Moet ik dan altijd maar blijven vergeven, de minste willen zijn en ga zo maar door. En ik weet ook dat het zeventig maal zeven mateloos verdrietig kan uitpakken voor slachtoffers van misbruik en geweld. Wie zal al de ge-knakte, gebroken mensen zeggen dat zij vergeven moeten. Ik niet. En Je-zus doet dát volgens mij ook niet.   Hij spreekt hen niet aan met een onmo-gelijke eis. Hij spreekt Petrus aan, de rotsman, de leider, de zo gemakkelijk op zijn strepen gaat staan. En via Petrus spreekt hij ook ons aan
'Wanneer het met een zuster of broeder is misgegaan ga dan naar hem toe, spreek met haar of hem onder vier ogen'. Probeer het recht te zetten. Geef haar of hem de kans zich te herzien zonder gezichtsverlies. Bouw hem op en help haar op weg. Vergeven is een proces.  Om te beginnen bij de dader die allereerst moet willen luisteren, leren, veranderen, herstellen en goed-maken.

Daarover gaat de gelijkenis die Jezus vertelt.  Centraal in die gelijkenis staat de dienaar die weigert zijn mededienaar een kleine schuld kwijt te schelden.   Je zou verwachten dat hij die zelf de kans heeft gekregen te leven, te groeien en te bloeien, dat de ander ook zou gunnen.  Maar hij doet het niet. Hij is als Jona die de andere kant opgaat. Voor eigen gewin mag de ander bloeden en teloor gaan.
Het verhaal van Jezus raakt ons, als we goed luisteren, in het hart want het identificeert ons met dader-zijn.  Dat zijn we namelijk ook.  Net als Jona.

Is er vergeving voor Jona?
De grote vis wordt een huis van gebed. Je kunt het beeld ook omkeren. Dit huis van gebed is als een grote vis midden in de woeste zee. Het stormt buiten. De zeeën gaan huizenhoog. We hebben onszelf in deze situatie ge-bracht. Dat daalde af, dat daalde af tot in die diepe zee. En nu zijn we in die diepe zee. We zijn aan het einde van ons latijn. We raken de controle kwijt. Met Jona schreeuwen we het uit. Help ons toch God, uit dit rijk van de dood.
Dit huis van gebed is als een grote vis midden in de woeste zee. Maar dan is dit ook een plek waar niet alleen met Jona schuld wordt beleden maar ook met Jona de hoop op God levend wordt gehouden.
In het slot van Jona 2 wordt die hoop bijzonder concreet uitgetekend. De armzalige goden worden afgezworen. Jullie mogen die armzalige goden zelf invullen.  Ik denk zelf aan de ongebreidelde win- en spilzucht van ons men-sen De geloften aan de Heer worden ingelost. De goede woorden die hoop bieden en perspectief worden nagevolgd. Dat is de weg die in de diepe nood uitgetekend wordt en die toekomst geeft. Een toekomst die bij de HEER van meet af aan al de bedoeling was.
Het is een toekomst waarin langs de weg van de omkeer, het gesprek en de concrete actie gebroken verhoudingen worden hersteld. Dat geldt voor gebroken verhoudingen in het gezin, in vechtscheidingen die mateloos veel verdriet veroorzaken, in arbeidsverhoudingen. Het geldt ook in de pijnlijke verhoudingen rond het slavernijverleden, het kolonialisme. Het geldt ook in de compleet verstoorde verhouding met de aarde, Gods goede schepping. Gooi niet, als Jona, je kont tegen de krib. Maar wees bereid te leren, te veranderen. Zet een eerste stap. 

Is er vergeving voor Jona? Is er vergeving voor jou en mij.
In het verhaal van Jezus blijft het een open vraag. Het hangt van de weg af die we willen gaan. Maar we krijgen om te beginnen, net als Jona, wél de kans. Hij wordt opnieuw geroepen.
Ook het boekje Jona eindigt met een vraag. Want Jona is, net als wij alle-maal hier, hardleers.   Zou je niet, Jona, zou je niet, lief mensenkind net als Ik, compassie moeten tonen voor de mensen En denk toch eens, Jona, denk toch ook eens aan al die dieren.
Die weg wordt ons gewezen door de HEER die in de storm zijn stem laat horen en in de diepte de vis beschikt, dat oord van gebed.
Hier in de buik van de vis, hier in dit huis van gebed mogen we ons met de psalm moed inzingen, met de psalm hoop blijven putten. In de diepe zee bent U mij nabij en trekt u mij levend uit de dood omhoog.
 Ik kan het nauwelijks geloven bij alle nieuws van de laatste tijd maar ik doe het toch. Ik klamp me er aan vast. In de diepe zee bent U mij nabij en trekt u mij levend uit de dood omhoog.
Hij geeft ons ruimte. Door de psalm vind ik die ruimte, vind ik vertrouwen in de wijdere werkelijkheid van de Eeuwige die om onze duisternis heen staat, ook vandaag, echt ook vandaag. Hij wil in ons de hoop wekken, voeden, levend houden op omkeer en een nieuw begin.