Home


Preken


Jan BosContact:
Jan C. Bos
Wagnerkade 59,
2102 CT Heemstede
T  023 5332455
E jancbos@antenna.nl




Zondag 16 juli 2023 Vruchtbare stilte
Psalm 65 en Mat 13, 1-9  18-23  Oude Kerk Heemstede

Er wordt goed zaad gezaaid.
Er wordt goed zaad gezaaid door de zaaier.
Dat is al zo vanaf de dagen der schepping toen de Eeuwige planten en bomen deed groeien en een tuin aanlegde voor de mens om in te spelen. Dat goede zaad heeft dieren en mensen gevoed en versterkt. Een zaaier ging eropuit om te zaaien, vertelt Jezus in zijn overbekende gelijkenis. En je hoeft maar een klein beetje thuis te zijn in de Heilige Schrift om aan te voelen dat met de zaaier de Eeuwige wordt bedoeld die het goede zaad zaait in zijn schepping, het goede voor heeft met zijn wereld.
De psalm van deze zondag, psalm 65 is er vol van. Ik wil jullie vragen je liedboek er bij te pakken en de psalm op te slaan want ik ga er wat over vertellen. We zingen er straks nog wat coupletten van: “Gij druipt uw zegen in de voren / Gij roept het kiemend graan / zo wordt het brood voor ons geboren / waar Gij zijt voorgegaan. En even verder op wordt het helemaal paradijselijk. De weidegrond is wit van schapen, het dal van koren blond. Psalm 65 jubelt door het koren en schatert langs het graan.
In Jesaja 55 is het al niet anders. Regen drenkt de vruchtbare akker en het zaad wordt gezaaid en kan zonder mankeren worden geoogst om brood genoeg te bakken voor een grote menigte. Dat wordt niet vruchteloos gezaaid, helemaal niet.
Een zaaier ging eropuit om te zaaien. Het is een overbekend beeld. Ik weet het. Het is ook een overbekende gelijkenis. Is het niet uitgekauwd inmiddels? Zullen we het maar niet overslaan?
Maar toch, het trof mij, toen ik het las, opnieuw. Nee, ik moet het anders zeggen: Het trof mij voor het eerst hoe jubelend en vreugdevol er over het zaad wordt gesproken in de Bijbel. En ook realiseerde ik me hoe vaak Jezus de gulheid van de natuur gebruikt als beeld voor de goedheid van God. Je kan het ook andersom zeggen. De goedheid van God uit zich in de gulheid van de natuur.
In psalm 65 wordt dat bezongen. Gìj druipt uw zegen in de voren / Gìj roept het kiemend graan.
Ik heb het altijd geweten maar nu vandaag valt het mij temeer op. Jezus beeldt Gods goedheid uit met het goede zaad maar de grond in Nederland, de grond is zuurder dan ooit.
Er kwam afgelopen week een rapport uit van de Europese rekenkamer. Nederland heerft de meest vervuilde grond van heel de Europese Unie. Het uitstel dat Nederland keer op keer is verleend, is niet benut om te verbeteren en het Europese geld dat bedoeld was voor verbetering is aan andere dingen opgegaan. Ik kan de rekenkamer niet narekenen. Ik lees het en denk alleen maar: Arme boeren, arme burgers, arme jij en ik: Hoe ver zijn wij verwijderd van die onbekommerde jubel over het blonde koren en het kiemende graan. Hoe dorstig en hard de grond waarin het goede zaad wordt gezaaid. Het is om moedeloos van te worden.
Kunnen wij nog wel onbekommerd zingen in en over Gods goede natuur? Dat stokt toch in onze keel als we bedenken hoe alles achteruitgaat? Dan past toch alleen maar een bedremmeld zwijgen.

Bedremmeld zwijgen. Schuldig zwijgen. Daarmee begint psalm 65.
De stilte zingt u toe, o Here. Dat begin toonzet ook deze dienst. Die eerste psalm begint met stilte.
De stilte zingt u toe, o Here, in uw verheven oord. Ik weet niet wat u voor associatie hebt bij deze beginregels. Bij mij waren ze altijd, eerlijk gezegd, nogal ydillisch. Bij de stilte van psalm 65 dacht ik altijd aan de stilte op een mooie wandeltocht samen met Hannie. Soms overkomt je dat als je geluk hebt. Helemaal stil behalve misschien het zoemen van een bij en het murmelen van een waterbeek. De stilte zingt u toe, o Here.
Of, dat kan ook, bij de stilte denk ik aan een inspirerende kloosterkapel voorafgaand aan de getijden.
Alles komt tot rust. De hectiek van de dag laat je achter je. Je ziel opent zich voor God
Dat komt al in de buurt van de psalm. De stilte zingt u toe, o Here, in uw verheven oord. Dat verheven oord is niet, althans in de psalm niet, Gods vrije natuur. Dat verheven oord is de tempel. Wij zullen ons naar Sion keren, waar Gij ons bidden hoort.
De stilte, die op het eerste gehoor zo vredige ydillische stilte, is niet de stilte in de natuur, niet de murmelende beek en het ruisende koren. Het is de stilte van mensen die de hand voor de mond hebben geslagen wanneer ze bedenken wat ze hebben aangericht.
In de grondtekst van de psalm wordt dit aangeduid met de termen “zonden” en “misdaden”. Kees Waaijman die de psalmen grondig heeft bestudeerd vertaalt: “verwrongenheden en schendingen”
De verhoudingen zijn scheef getrokken. De samenleving is ontspoord. De levensmogelijkheden van mensen zijn aangetast. Verwrongenheden en schendingen, ze gebeuren op grote schaal in de wereld. Jij en ik zijn er getuigen van als we het nieuws volgen dat over ons wordt uitgestort. Jij en ik maken deel uit van de samenleving waarin het gebeurt. Verwrongenheden en schendingen worden op grote schaal gepleegd door ons mensen. Hand voor je mond als je het leest, als je hoort van de intense bezorgdheid van wetenschappers, als je ziet hoe mensen lijden door wat mensen doen.
Hoe kan je nog zingen over Gods goede schepping als je bedenkt wat wij mensen doen. Het lied klinkt vals dan. Het lied stokt op onze lippen.
Plotseling kan een enkeling of een gemeenschap beseffen wat er aan misdaad tegen de schepping en de mensen gebeurt in onze wereld. Dat besef, dat gaandeweg groeiende of misschien ineens heftig opkomende besef heet in de psalm “stilte”
Ogen teneergeslagen, hand voor je mond, bedremmeld zwijgen. Stilte.

De stilte zingt u toe, o Here, in uw verheven oord. Hoe kan dat? Hoe kan die stilte zingen?
Dat kan omdat de Eeuwige die schuldige stilte tot een lofzang maakt. In de berijming wordt dat niet zo zichtbaar maar in de grondtekst wel. Er zit daar een tekstkritisch dingetje maar daar ga ik je niet mee vermoeien. Letterlijk luidt de Hebreeuwse tekst. Voor U is stilte een lofzang. Voor U wordt stilte een lofzang, dat kan ook.
Die gang van stilte naar lofzang is in de psalm een proces voor Gods Aangezicht. Allereerst met stomheid geslagen om alle scheef getrokken verhoudingen en brute vernielingen. Dan vervolgens een omkeer en inkeer, een omkeer naar Sion en een gebed in nood in het besef dat je diep in de ellende zit. En dan de hoop op God die je begenadigt en de geschonden verhoudingen herstelt, hoop op de redder uit ellende die alle schuld vergeeft en jou een nieuwe weg wijst.
In de psalm wordt het in één couplet uitgedrukt. Maar, ik zei al, het is een proces. Het is een proces dat de Eeuwige zelf in ons zaait als kostbaar zaad.
Het is zo’n prachtige psalm. Hij roept alles op waar wij zo naar verlangen kunnen. Het doore land wordt gedrenkt en de voren gezegend. Het graan kiemt op. De weidegrond is wit van dschapen, het dal van koren blond. Alles en allen doen mee aan de lofzang voor de Eeuwige.
Maar dat begint met stilte. Met stomheid geslagen stilte. Daar begint het mee.
En die stilte gaat zingen wanneer wij ons omkeren. Wanneer we naar Sion keren. Waneer we ons keren tot God die alles zo prachtig geschapen heeft.
Dan gaat de stilte zingen. Nee, de stilte zingt niet romantisch. Dat niet, dat maar even niet. Die stilte zingt niet triomfantelijk. Dat al helemaal niet. Wanneer wij ons naar Sion keren zingt de stilte een hoopvol lied. Want we keren ons naar Hem die het goede zaad zaait in onze wereld én in onze harten.

Er wordt goed zaad gezaaid. En juist vandaag temidden van alle bedreigingen en sombere ontwikkelingen in en rond de natuur, treft het me dat Jezus het goede zaad gebruikt als beeldspraak voor de goede God die ons mensen begenadigt. Dat zaad dat in de Bijbel zo ombekommerd wordt rondgestrooid en in de profetie helemaal niet stuk kan, dat zaad wordt bedreigd door ons mensen. De gelijkenis geeft er voorbeelden van. Dat zaad wordt bedreigd door onverschilligheid, dat zaad wordt bedreigd door platte winzucht, dat zaad wordt bedreigd door puur kwaad.
Maar het zaad wordt gezaaid tot op vandaag. Jezus zelf wordt gezaaid in onze wereld en wordt de grond waarin wij mogen wortelen en vrucht dragen.

De stilte zingt u toe, o Here. Psalm 65 en ook het Evangelie willen onze van schrik en bezorgdheid brengen naar omkeer en hoop.
Het begint met de stilte van het innige gebed en het bezingen van de hoop op God. In de stilte van ons hart en in de ruimte van onze gemeenschap zaait de zaaier in ons en plant hij ons in zijn goede grond. Laat dat ons leiden bij de keuzes die wij ieder persoonlijk en samen maken. Wij mogen ons verheugen in de Eeuwige die zijn zon over ons doet opgaan. Dan zal niet alleen de vrucht in jouw persoonlijk leven maar zullen ook de vruchten van heel deze gemeenschap samen, niet uitblijven. Wij zullen groeien en bloei-en tot de oogst.