Home


Preken


Jan BosContact:
Jan C. Bos
Wagnerkade 59,
2102 CT Heemstede
T  023 5332455
E jancbos@antenna.nl




Zondag 19  juli 2020  Zullen we het onkruid wieden?
Mattheus 13, 24-30  De Rank, Nieuw-Vennep

De gelijkenis van het goede zaad en het onkruid is de middelste van drie gelijkenissen over het zaad. Het zaad staat voor het Woord van God dat in de harten van ons mensen wordt gezaaid. Dat zaad, klein als mosterdzaad, groeit uit tot een boom aan de bron, een eik van gerechtigheid, een tuin van vrede. Dat zaad wordt gezaaid in jou. Die boom kun jij worden. Maar je kunt ook een bos onkruid worden, kennelijk. Dat zegt althans de middelste van die drie gelijkenissen. Je hebt goed zaad en slecht zaad. Je krijgt tarwe of je krijgt onkruid. Maar let op: In die gelijkenis lijkt het op elkaar. Het zaad lijkt op elkaar. En ook het graan lijkt op elkaar.
Het goede zaad is het goede woord. Maar het slechte zaad lijkt daar sprekend op.
 Ook dat is als een woord van God. En ook dat verovert de harten van mensen.

Kijk, de Bijbel. Dat is het goede woord van God. Dat is als kostbaar zaad gezaaid in de harten van mensen. Dat getuigt met superlatieven van het koningschap van de Eeuwige. We hebben het gelezen in Jesaja. De levende God troont boven alles en heeft oog en hart voor kleine mensen. We lezen er in, leren er uit, worden getroost, bemoedigd, op weg geholpen.
En met diezelfde Bijbel slaan wij mensen andere mensen de hersens in.
Ik schrijf deze woorden over het goede boek, over dat kostbare zaad, terwijl we in de afgelopen week hebben herdacht hoe Servische orthodoxe christenen duizenden moslims hebben vermoord. Die dachten een hub vaderland een dienst te bewijzen net als nu precies zes jaar geleden een orthodoxe christen een vliegtuig uit de lucht schoot uit vaderlandslievende motieven. Ik lees deze woorden terwijl het nieuws bericht over de annexatieplannen van de Israëlische regering en de daardoor opnieuw toenemende spanning tussen Israël en de Palestijnen, de moeder van alle conflicten sinds Bijbelse tijden. Al het land is van ons, dat staat in de Bijbel.  Daar wordt met raketten geschoten. Daar gebeuren bedoelde en onbedoelde ongelukken die onnoemelijk veel leed veroorzaken. Maar wat wordt er in dit conflict veel geloofd en gebeden. Dat oorlogt door met woorden en met raketten, dat splijt kerken en moskeeën. De hoofden heet, de harten koud.
Een van mijn dierbare naasten moet niets van het geloof hebben want geloof schept gelijkhebberij en gelijkhebberij schept geweld. De ander is de heiden, de ongelovige, de ketter. De geschiedenis is vol gelovig geweld.
Moslimstrijders waar wij zo’n afschuw van hebben zijn diep religieus. Er stond pas een verhaal van zo’n jongen in de krant. Zijn vader was aanvankelijk blij dat zijn zoon zo gelovig was. Geen drank en geen drugs. Hij bad vijf maal per dag Allahu akhbar, God is groot. Een Haagse jongen achter een mitrailleur. God is groot. Verheug u, wordt tot de vader gezegd. Uw zoon is martelaar. Christelijke predikanten in Uganda zijn diep in de Heer. Die zingen amazing grace en glory halleluja. Die zingen veilig in Jezus armen: ik heb de vaste grond gevonden. Maar homo’s moeten de doodstraf krijgen. De antihomowet in Uganda is de uitvinding van Amerikaanse christenen. Geloof in God gaat gepaard met geweld. Grof geweld in de oorlog en subtiel geweld in de hiërarchie. En dan hebben we het nog niet gehad over oergereformeerde vaderen en roomse herders die vrouwen kleineren en het misbruik van de lammetjes toedekken en ook niet over de kinderlijken bij een nonnenklooster. Wat afschuwlijk allemaal. Wat een ongelooflijk smerig onkruid. Kan dat onkruid niet weggeschoffeld? Kan dat gif niet uitgeroeid. Dat brandt. Dat stikt de moord.

Ja, dat vonden de knechten van de boer toen ook al. En wij nu ook. Zeker bij de voorbeelden die ik gegeven heb, denken wij allemaal groene vingers te hebben. Als het om geloof en geweld gaat weten wij de uitwassen bij anderen heel goed aan te wijzen. Dat is toch glashelder. Dat is toch overduidelijk onkruid. Waarom zien ze dat eigenlijk zelf niet. Waarom zien die moslimfanaten, die hallelujaschijnheiligen, die roomse prelaten en die gereformeerde gelijkhebbers zelf niet in hoe fout ze zijn.
Dat komt omdat heilig en onheilig vuur zo op elkaar lijkt. Dat komt omdat onkruid en tarwe zo op elkaar lijken.
Ooit schreef de kerkvader Augustinus de prachtigste belijdenissen. Ooit bad hij tot de Eeuwige: Veel te laat heb ik je lief gekregen, schoonheid wat ben je oud wat ben je nieuw. Diezelfde Augustinus trad onbarmhartig op tegen zijn tegenstanders en haalde daarbij uit de Bijbel aan Cogito intrare. Dwingt ze binnen te gaan. Karel de Grote werd de apostel met het zwaard genoemd en ik kan me niet herinneren dat er op mijn lagere school met de Bijbel schande over werd gesproken. De grote kloosterhervormer Bernardus van Clairvaux, vroom gelovige, innig mysticus, riep op tot de kruistocht. Het ligt zo dicht bij elkaar. Het ligt zo dichtbij in de harten van de mensen. 
Wij zijn met afschuw vervuld over het moslimterrorisme. We veroordelen het joodse fanatisme op de Westbank en het onbarmhartig gepredikt tegen homo’s in Uganda  We veroordelen al dat fanatiek geweld. Maar tegelijk is het een deel van onszelf. Uit de Bijbel vloeit een stroom van bloed. Uit het zaad groeit onkruid. Ook wij zijn daar mee besmet, zoals uit het vervolg ook blijkt.

Zullen we het er niet uitwieden, vragen de dienaren. Nou, dat willen wij ook, jij en ik.
Al dat onkruid bij die anderen er uit. Vandaag nog als het kan. Maar hoe gaan we dat dan doen? Met een geweer? Met een propagandacampagne? Met antimoslimwetten? Met anti-antihomowetten? Gaan wij de ander dwingen net zo ruim te denken als wijzelf? Gaan wij de ander wieden, schoffelen, uitrukken.
Zullen we het er niet uitwieden vragen de dienaren en de Heer zegt, nee want dan zouden jullie met het onkruid ook het graan lostrekken.
Precies dat is wat ons mensen altijd weer gebeurt. De antiterreurbeweging verspreidt terreur. De Amerikaanse drônes die terroristen bestrijden doden honderden onschuldige mannen, vrouwen, kinderen De veiligheidswetten perken kostbare mensenrechten in.  Met ons heilig vuur vernietigen we kostbaar koren. En dat allemaal omdat we denken precies te kunnen onderscheiden wat onkruid is bij de ander, niet bij ons zelf.
De Isissoldaat is er heilig van overtuigd dat hij een vrome moslim is, de joodse kolonist denkt Gods eigen land te verdedigen en de christelijke zendeling heeft in de Bijbel gelezen dat homo’s dood moeten.
Ze zien het onkruid niet bij zichzelf. Het lijkt zo op het ware geloof. Maar hoe is dat bij ons en ons ware geloof. Zien wij bij onszelf het onkruid? Honderden jaren lang waren bij onze gereformeerde vaderen de negers de kinderen van Cham, die vervloekte zoon van Noach en tot op vandaag worstelen wij met ons racistisch verleden en kunnen we maar moeilijk afscheid nemen van zwarte Piet. Wat is onkruid en wat is koren? Wat is een onschuldig kinderfeest en wat is diep ingeslepen racisme?

Er zitten veel aspecten aan deze gelijkenis. Want zullen we het tussendoor even hebben over de Heer die wil dat we wachten met wieden. Die Heer immers is zelf slachtoffer van godsdienstig geweld. Hij wordt geofferd op het altaar van de religieuze leiders van zijn tijd, die denken daarmee een gode welgevallig werk te doen. Dat zit diep in ons eigen geloof. Onze Heer wordt geofferd en laat dat met zich gebeuren omdat hij de ban van het kwaad wil overwinnen door het goede.
Ooit werd de eerste zoon geofferd. Abraham dacht nog dat het moest. Toen het eerste, het beste van het vee en toen het paaslam. Is die offergedachte alleen maar onkruid? Nee, het groeide tot het besef dat al wordt verwoord in psalmen en profeten dat het juiste offer bestaat uit een gebroken hart en het doen van gerechtigheid.
In ons geloof zit geweld. Het zit in jou en het zit in mij. Maar onze Heer wil dit geweld overwinnen. Hij heeft het zwaard omgekeerd tot een kruis, ten koste van zijn eigen leven. Ook dat zit ook in ons geloof.
Datzelfde geloof, dat zoveel geweld in zich heeft, dat joodse kolonisten, Isis en Hamasterroristen, christelijke zendelingen inspireert, datzelfde geloof voedt ons geweten, spoort aan tot barmhartigheid en rechtvaardigheid, schept de schoonheid en de troost. Het is zo gevaarlijk, zeg ik tegen mijn dierbare naaste die niets van het geloof moet hebben dus ik snap jou heel goed en tegelijk is het zo kostbaar, zo hartverscheurend kwetsbaar als een kerstkind in een kribbe, als jij en ik die in deze aarde zijn gezaaid.

Jullie moeten wachten, zegt de Heer die zijn leven heeft gegeven voor de mensen. Jullie moeten wachten. Zowel het tarwe als het onkruid koesteren in lenteregen en zomerzon. Waarom is dat? Waarom is dat toch.? Het is omdat in ieder mensenkind het goede en het kwade leeft. Het is opdat jij niet te vroeg wordt uitgerukt maar in de kracht van Gods goede Geest het kwaad in jou zelf kan bestrijden en het goede in jou kan koesteren en oefenen. Het is, zegt Jezus, om het goede de kans te geven om te groeien, de aarde de kans te geven vrucht te dragen, jou de kans te geven te rijpen.
Nee, het kwade wordt niet vergoelijkt. Dat wat onkruid blijkt, zal vergaan.
Goed zaad vergaat niet. Dat groeit als mosterdzaad. Dat bemoedigt ons om het goede te doen, te groeien en te bloeien in de verwachting dat God zelf de vrucht zal geven op zijn tijd. Hoe kostbaar is dat godsvertrouwen.
Amen.