Home
Artikelen
Preken





Is er wel ruimte om te sterven bij orgaandonatie?
oktober 2016
Kort geleden heeft de tweede kamer op voorstel van Pia Dijkstra een wet aangenomen waardoor ik, als ik mij niet registreer, automatisch orgaandonor wordt. Mocht ik op de intensive care in diepe coma liggen na een ongeval of een beroerte, dan komt de arts met mijn naasten praten over de eventuele nabije uitname van organen die gebruikt kunnen worden voor een transplantatie.
Een aantal jaren geleden is mijn lieve vrouw in mijn armen gestorven. Alleen haar allernaasten waren daarbij. En nog altijd draag ik dat heilige moment als een kostbaar geschenk in mijn hart. Ze was al diep in slaap. Kon ze nog wel horen, voelen, weten van onze aanwezigheid? Voor ons was ze nog helemaal bij ons. Waken, bidden, strelen. Zacht “dank je wel” zeggen en “Ga met God” toen ze haar laatste adem uitblies. En ook daarna waren we nog een tijd stil bij elkaar voor we opstonden om de dokter te bellen en de familie.
Sterven is een heilig moment. Nee, het gaat niet altijd zo vredig als bij ons. Vreselijk is het sterven in geweld, door oorlog en honger. Hartverscheurend is de vroege dood door ziekte die niet te genezen is. Ook bij ons is er veel verdriet en pijn aan vooraf gegaan. Sterven is niet mooi. Er gaat lijden aan vooraf. Bitter is de dood. Knagend het gemis. 
Maar toch blijft sterven, net als geboren worden, een heilig moment, een intiem gebeuren, een diepe persoonlijk beleving voor de stervende zelf en voor de naasten. Gelukkig kan de dokter vaak heel veel pijn verlichten en benauwdheid voorkomen.  Maar de dood keren kan niet. Je moet afscheid nemen. Je moet loslaten. Je moet uit handen geven.
Maar is daar wel tijd en gelegenheid voor bij alle protocollen en proeven die met orgaandonatie gepaard gaan? In de week van de orgaandonatie lees ik op de site van de donorregistratie de zorgvuldige voorlichting over hersendood en hartdood. De dokter zal voorzichtig zijn in de benadering van de familie. Met de stervende zelf wordt zorgvuldig en eerbiedig omgegaan. Maar toch komt alles in het kader van de aanstaande donatie. Onderzoek, zorgvuldig onderzoek: Is de stervende hersendood? Beademing met het oog op de komende operatie. Er gaat een warme, ademende geliefde naar de operatiekamer. Er komt straks een koud lichaam terug.  Is er wel ruimte voor het sterven, strelen, zoenen, dag zeggen? Is er ruimte om te beleven dat je geliefde de adem uitblaast, de geest teruggeeft?

Ik behoor tot de miljoenen Nederlanders die zich niet hebben geregistreerd in het register van de overheid. Waarom niet?  Omdat ik teveel vragen en twijfels heb.Ik wil niet dat mijn allernaasten en ik zelf de tijd en de ruimte ontbreken in het laatste heilige moment.
In de voorlichting wordt hier geen aandacht aan gegeven. Die is alleen maar positief en aanmoedigend. Je kunt, na je dood, (gemakkelijk) heel menslievend en levensreddend zijn. En dat spreekt veel mensen aan. Dat begrijp ik.   Maar het wordt voor mij te gemakkelijk voorgesteld.
Als de nieuwe wet van kracht wordt ben je een verzameling potentiële donororganen die, bij de kleine kans dat jou een beroerte of een ongeval met coma tot gevolg overkomt, eigendom van de overheid wordt. Je hebt geen nee geregistreerd. Dus kan het protocol gevolgd worden. Ieder verkeersslachtoffer, iedere zware hartpatiënt, ieder die een zware beroerte heeft gehad, is automatisch een potentiële donor. Tenzij hij expliciet heeft aangegeven dat hij dat niet wil.  Is er dan ruimte voor het heilige moment, dat een mens zijn laatste adem uitblaast en de ziel terugkeert tot God? Ik ben daar niet gerust op.  De overheid treedt met techniek de meest intieme en geestelijke levensruimte binnen zonder daar uitgesproken toestemming voor gekregen te hebben.  De overheid behoort, vind ik, terughoudender te zijn dan de wet straks wellicht toestaat en zich te beperken tot mensen die expliciet toestemming hebben gegeven of die hun naasten hebben gemachtigd voor hen te beslissen.  En ik wil de ruimte houden daar met mijn naasten over te spreken zonder dat ik gedwongen word een register van de overheid in te vullen. 


foto Jan C. Bos

.