Home
Artikelen
Preken





De troonrede van de barmhartige Samaritaan
September 2013
Het klonk op Prinsjesdag 2013 mooi uit de mond van Zijne Majesteit . De klassieke verzorgingsstaat moet veranderen in een participatiemaatschappij. Dat houdt in dat de overheid terugtreedt en de verantwoordelijkheid voor een samenleving waarin de een zorg draagt voor de ander bij de burger legt. Spontaan komt een bekend Bijbelverhaal bij mij boven. In de gelijkenis van de barmhartige Samaritaan zegt Jezus ons dat wij voor onze medemens zo barmhartig moeten zijn als de Samaritaan die een mens in nood belangeloos hulp biedt.
Als de participatiemaatschappij betekent dat de mensen moeten omzien naar elkaar, buren hulp bieden, kinderen ouders en ouderen een helpende hand toesteken, dan wordt die maatschappij al eeuwen in de kerk gepredikt.  En heel wat diakonieën hebben in hun logo de barmhartige Samaritaan opgenomen.
De participatiemaatschappij is prima.  Maar waarom eigenlijk treedt de overheid uit die maatschappij terug? Ze lijkt dan op de gezagsdragers in het verhaal van Jezus die de mens in nood voorbijlopen omdat ze andere besognes heeft.
 In de samenleving draagt ieder een bijzondere verantwoordelijkheid in de zorg voor elkaar.  De burger is verantwoordelijk  maar de overheid ook. Dat zit elkaar echt niet in de weg. Wat elkaar wel in de weg zit is dat de overheid vindt dat vrouwen en mannen allebei moeten werken, kinderen grootbrengen, ouders verzorgen, burenhulp plegen en tegelijk zelf "terug treedt".
Professionele zorg is geen verantwoordelijkheid van kinderen en buren. Daar zijn liefdevolle professionals voor nodig die we met elkaar naar draagkracht betalen. Daar betaal ik ook graag aan mee. Ooit hebben onze ouders de verzorgingsstaat opgebouwd. Dat deden ze niet om de burgers hun verantwoordelijkheid te ontnemen maar om hen die hulp nodig hadden die te geven zonder dat ze er om hoefden bedelen of afhankelijk te zijn van goedwillende familieleden. En dan heb ik het nog niet eens over de vele oude mensen wier netwerk rafelig geworden is.
De staat is verantwoordelijk voor professionele zorg op allerlei terrein die familie en vrienden niet kunnen geven. De familie en de vrienden zijn er voor de liefde en aandacht.
Ik heb het bange vermoeden dat de overheid terugtreedt omdat ze het belastinggeld liever bij de burgers houdt die er dan auto’s en televisies van kunnen kopen, vakantiereizen en huizen en ook nog investeren in bedrijven en natuurlijk ook goede doelen steunen en een bloemetje voor de buurvrouw. Allemaal heel goed voor de economie.  Maar die terugtredende overheid verzaakt dan zijn plicht.
Of valt dat nog wel mee?  Van de 250 miljard die de overheid globaal te besteden heeft gaat 78 miljard naar de zorg en 78 miljard naar de sociale zekerheid.  Dat is heel veel geld. En er is een tekort  en dus wil men 6 miljard bezuinigen op van alles en nog wat.
Er gaat heel veel geld naar zorg en sociale zekerheid. Dat is nog altijd aardig klassiek verzorgingsstaat. De overheid voelt zich gelukkig verantwoordelijker dan ze zich bij monde van toeterende politici voordoet.  Maar laten zij die nog meer geld bij de burgers willen laten met een beter verhaal komen.
Efficiency is prima. Bezuinigen op belachelijke veelverdieners in overheidsdienst ook. Minder hypotheek-aftrek. Allemaal tot je dienst.   Maar blijf je als overheid verantwoordelijk voelen voor voor wat vrijwilligers niet zomaar kunnen overnemen.



foto Jan C. Bos

.