Home
Artikelen
Preken





Godsdienstvrijheid versus een verbod op de rituele slacht
Een vals dilemma.

april 2011

Het joodse en christelijke paasfeest vielen dit jaar nagenoeg samen. De joodse slachters hadden het druk omdat er veel paaslammeren geslacht worden. Het vlees moet koosjer zijn en daarvoor is nodig dat het dier onverdoofd met een enkele halssnede wordt gedood.
Door Marianne Thieme van de Partij voor de Dieren is een initiatief wetsvoorstel ingediend om het onverdoofd slachten van dieren te verbieden. Dat verbod is nodig zegt zij om afschuwelijk dierenleed te voorkomen. Dat verbod is ook heel goed te verdedigen want dat afschuwelijke dierenleed kan voorkomen worden door het te slachten dier eerst te verdoven. Waarom eigenlijk niet.
Het wetsvoorstel maakt kans aangenomen te worden omdat alleen de christelijke partijen tegen het verbod zijn. De meerderheid van niet-christelijke partijen is inmiddels voor of neigt er althans toe (in de PvdA is nog wat twijfel) voor te stemmen.
Maar Joodse en Islamitische organisaties worden door het verbod hard getroffen. Hun godsdienstige gebruiken staan niet toe een dier voor de slacht te verdoven. Dus zij roepen nu om het hardst dat ze in hun godsdienstvrijheid worden beknot.
Premier Rutte schetste in zijn wekelijks praatje het als een dilemma. Aan de ene kant heb je de godsdienstvrijheid, aan de andere kant de terechte wens onnodig dierenleed te voorkomen. De premier zit een beetje klem want hij heeft in de eerste kamer de SGP nodig. Dus dan toch maar godsdienstvrijheid en geen verbod op de onverdoofde slacht.
Ik vind het een vals dilemma!
De Partij voor de Dieren, D66, Groen Links, de PVV, de SP en de PvdA kun je een behoorlijke portie hypocrisie verwijten. Bij het volk scoor je goed met een verbod. Het is toch ook barbaars? Dat onnodig snijden zonder verdoving. Zulke barbaarse gebruiken zouden niet onder de godsdienstvrijheid moeten vallen. En die godsdienstigen moeten ook maar een keer ophouden zich achter hun godsdienstvrijheid te verschuilen en redelijk worden.
Maar ondertussen gebeurt in de bio-industrie veel meer dierenleed op veel grotere schaal dan bij de rituele slacht. Maar ja, vanwege economische belangen is dat “nodig”. De rituele slacht dient nauwelijks economisch belang dus daar kunnen we veilig tegen zijn.
Aan de andere kant vind ik het beroep op eeuwenoude godsdienstige tradities mager als het niet meer is dan: Gun ons de vrijheid te doen wat we altijd al gedaan hebben.
En daarom hebben alle partijen mijns inziens de verantwoordelijkheid om de boel niet op de spits te drijven. Laat de Joodse gemeenschap de Partij voor de Dieren maar eens uitnodigen voor een gesprek. Waar gaat het nu om.
En dan hoop ik dat in ieder geval duidelijk wordt dat godsdienstvrijheid versus onnodig dierenleed (zoals onze premier het formuleerde) een vals dilemma is. Geen enkele godsdienst heeft de vrijheid onnodig dierenleed te veroorzaken. Ze moet dat niet eens willen.
Joodse stemmen benadrukken dat de rituele slacht buitengewoon zorgvuldig en respectvol gebeurt. Dat respect en die zorgvuldigheid moet van hun geloof. De regels zijn daar op gericht. De regels zijn er ook op gericht dat het slachten van zieke dieren en het per ongeluk consumeren van bloed wordt voorkomen.
Je kunt zeggen dat iedere slacht “dieronvriendelijk” is. Dan moet je vegetariër zijn. En veel mensen vinden dat ook het allerbeste.
Maar voor wie die keuze niet maakt, moet het toch wel een aangelegen punt zijn dat de slacht zo zorgvuldig, respectvol en met zo weinig mogelijk pijn gebeurt. Partij voor de Dieren, Joden, Christenen, Islamieten zouden elkaar daarop moeten kunnen vinden.
Ze zouden ook elkaars bondgenoten moeten zijn in het uitbannen van kwalijke praktijken die zowel in de gewone slacht als bij het koosjer slachten voorkomen. Selectieve verontwaardiging moet je daarbij zien te vermijden. Daarmee is niemand gediend. Het dier ook niet.



foto Jan C. Bos

.