Home |
Artikelen |
Preken |
|||
Oorlof, mijn arme schapen 5 mei 2025 In de uitzending van Buitenhof op 4 mei jl. hield de advocate Liesbeth Zegveld een hartstochtelijk pleidooi om in woord en daad op te komen voor het recht, internationaal en nationaal. Na de gruwelijke tweede wereldoorlog tegen een totalitair kwaadaardig regiem dat zes miljoen Joden vermoordde, zou voortaan niet meer de brute macht maar het recht leidend zijn. Het werd o.a. vormgegeven in instituties als de Verenigde Naties en het Internationaal Strafhof dat toeziet op de naleving van mensenrechten. Blijf daar alsjeblieft voor staan en stut het want het wordt vandaag opnieuw bedreigd en ondermijnd. Het wordt bedreigd door brute machthebbers als Trump, Poetin en Netanyahu die dat recht met voeten treden. Het wordt ook bedreigd door het stilzwijgen van de Nederlandse regering over de Israëlische bombardementen op en de uithongering van burgers in Gaza. Dat recht wordt bedreigd door populisten die het eigen volk met totalitaire middelen willen dienen maar uiteindelijk zullen knechten. Maar is dat beroep op recht niet naïef, vroeg de schrijver Arnon Grunberg zich in diezelfde uitzending af. De macht bepaalt de orde der dingen, niet het recht. Die vraag bleef mij bezig houden. Het is niet alleen een politieke vraag. Het is ook een geloofsvraag. In de Bijbel staan vier grondwoorden die de samenleving ordenen: Tsedaka, Gerechtigheid; Misjpath, Recht; Chesed, Goedheid/liefde, in de Statenbijbel vertaald met goedertierenheid; Èmeth, Waarheid/betrouwbaarheid. Gerechtigheid wordt tegenwoordig vooral verstaan in zijn betekenis voor het strafrecht. Gerechtigheid is dat daders moeten boeten. Maar het Bijbelse grondwoord reikt veel dieper. Gerechtigheid is gedrag dat ten goede komt aan de gemeenschap. Je handelt niet in eigen belang maar ook in dat van je zus, je broer, je naaste dichtbij en verder en ook in dat van de vreemdeling. Recht duidt het geheel van gaandeweg opgebouwde verordeningen en leefregels aan. Dat is een kostbare schat die van generatie op generatie wordt doorgegeven. De tien woorden zijn er een prachtig voorbeeld van. Het bijzondere van gerechtigheid en recht is dat ze zijn geschonken en gevormd door God zelf. Hij is de bron en ook de handhaver van recht en gerechtigheid. Hij doet dat met liefde. Liefde is het derde grondwoord. Het slaat allereerst op wie God is en wat Hij doet. Zijn goedertierenheid is tot in eeuwigheid. Je kunt het derde grondwoord ook vertalen met genade of met mededogen. Het karakteriseert Gods houding tot ons mensen en wij zijn geroepen om dat in onze houding tot elkaar te weerspiegelen. Waarheid is het vierde grondwoord. Niet waarheid in de zin van 1+1=2. Het is waarheid in de zin van waarachtigheid, betrouwbaarheid. Betrouwbaarheid heelt een samenleving. Gebrek aan vertrouwen verkruimelt een samenleving. Gerechtigheid en recht, genade en waarheid zijn vier woorden die ons houvast geven. In die zin dat je je eigen gedrag en houding er door kunt laten leiden. Ook in de zin die Liesbeth Zegveld bepleit. Kom op voor het recht. Steun de instituties die het dragen. Spreek je, ook als kerk, duidelijk uit tegen PVV-politiek die dat recht ondermijnt. Spreek je ook uit tegen geloofsgenoten die de ondermijning van het recht omarmen. Een christen hoort zich daar niet mee te verbinden. Vergoelijk niet de schending van dat recht uit welbegrepen eigenbelang of zelfverdediging. Is dat naïef? Niet als je vanuit je geloof vasthoudt aan het vertrouwen dat God zelf in en door mensen heen dat recht zal handhaven. In een van de laatste coupletten van lied 708 (ons volkslied) staat Oorlof, mijn arme schapen die zijt in grote nood, uw herder zal niet slapen. De woorden worden in de mond gelegd van Willem van Oranje die afscheid (oorlof=vaarwel) neemt van zijn schapen maar vertrouwt dat de Goede Herder zijn schapen niet in de steek laat. Vandaag zing ik dat vanuit mijn tenen. |
![]() |
||||
. |