Home


Preken


Jan BosContact:
Jan C. Bos
Wagnerkade 59,
2102 CT Heemstede
T  023 5332455
E jancbos@antenna.nl




13 oktober 2019 Opa, waarom bid jij aan tafel?
2 Timotheus 2, 8-15  Zorgcentrum Molenburg (27 okt Zorgcentrum Kennemerduin)
Opa, waarom bid jij aan tafel?
Ik weet niet of er ooit een kleinkind was dat die vraag aan een van jullie stelde.  Het zou zomaar kunnen. De kleine meid komt logeren of zomaar een keertje bij oma en opa op bezoek.  Het is een schat en haar moeder en vader zijn dol op haar en zorgen heel goed voor haar.  Maar als zoveel moeders en vaders in onze dagen hebben ze de gewoonte om te bidden niet van hun ouders overgenomen.   
Opa, waarom bidt jij aan tafel. Ja, waarom doe ik dat? Is dat alleen maar een gewoonte. Of zit er toch meer achter.  De kleine meid is onbevangen nieuwsgierig.  Wat moet je haar nu antwoorden?
Wat zou u zeggen?

We zijn hier in deze kleine kring in het verzorgingshuis met veel oma’s en opa’s.  Sommigen van ons zijn nooit oma of opa geworden maar hebben wel, net als wij allemaal een lang leven achter zich.  Wat is er veel in gebeurd aan vreugde en aan verdriet. Wat heb je niet allemaal verlangd, verduurd, gevierd en gerouwd.  Er zijn dingen goed gegaan maar soms ook helemaal niet en heb je verdriet om de wonden die je hebt opgelopen en de brokken die je hebt gemaakt.  
We zijn hier en nu in de kerk. We bidden hier en zingen. En je bidt wellicht ook op je kamer. In de ochtend, in de avond, bij het eten.  Opa, waarom bidt jij aan tafel, vraagt de kleine meid want zij heeft het, als zoveel kleine meisjes in onze dagen, niet geleerd. Wat zou u zeggen?

We hebben een klein fragment gelezen uit een brief van de apostel Paulus. Hij is een oude man geworden, inmiddels en voelt zijn levenseinde naderen. Wat heeft hij veel meegemaakt op al zijn reizen. Veel verlangd, veel gestreden ook en ontberingen meegemaakt bij de verkondiging van het evangelie. Het heeft hem uiteindelijk in de gevangenis gebracht. Vroegere vrienden hebben hem verlaten. Heeft hij niet tevergeefs geleefd, gewerkt, gestreden, gebeden? Oude man, waarom bidt je eigenlijk nog.
Paulus schrijft aan een van de weinige vrienden die hij nog over heeft. Het is aan de jonge Timotheus, een leerling van hem. Zijn brief is een soort testament. En wat opvalt met hoeveel liefde en passie hij die brief schrijft aan zijn jonge leerling. Blijf denken aan Jezus Christus, schrijft hij.  Blijf gedenken hoe hij je de liefde van God heeft laten zien door trouw te blijven aan de mensen, vooral aan de mensen die in nood zijn. Blijf er aan denken hoe Hij het lijden niet uit de weg is gegaan om jou overeind te houden en op weg te helpen.  Blijf er aan denken dat jouw leven kostbaar is in Gods oog.

En dan schrijft de oude Paulus in zijn testament een mooi gedicht. Het is een soort belijdenis, waarschijnlijk opgeschreven bij de doop van een mensenkind. Als we met Christus zijn gestorven zullen we ook met hem leven. Leef niet voor jezelf alleen, zegt dit gedicht. Leef in verbondenheid met God en met Jezus. Leef in liefde voor de mensen die allemaal kinderen van God zijn. Jouw leven is kostbaar. Je hebt het van je Schepper gekregen om te leven en lief te hebben en om het dankbaar te aanvaarden uit zijn hand.  Blijf dat doen Timotheus. Blijf trouw aan je schepper
Opa, waarom bidt je, vraagt een kleine meid.  Wat zou u zeggen?  Ieder van u heeft daarbij eigen gedachten. Maar in ieder geval zit in het gebed de dankbare verwondering om dat kwetsbare leven dat kostbaar is in de ogen van God. Het brood komt van de bakker. De bakker bakt het van het graan dat groeit in de akker.  Op de akker schijnt de zon van Gods goedheid.  Dat brood op tafel is niet vanzelfsprekend. Het is een kostbaar geschenk dat wij dankzeggend zegenen.
Ieder gebed is een getuigenis dat het leven een geschenk is om te leven voor God en de mensen, om recht te doen en goed te zijn.  Wat jammer als dat besef verloren gaat.

In het evangelie lezen we dat Jezus tien melaatsen ontmoet in het grensland tussen Galilea en Samaria.  Het is nogal een achterafbuurt. Een plek voor paupers en loosers. Dat zijn die tien dan ook. Hun leven staat stil. Ze kunnen nergens terecht. Ze kunnen niet meer leven.  Tien melaatsen maar liefst. Dat is veel.  Het is een beeld van de grote nood die er onder mensen heerst. Het staat voor alles wat er is mis gegaan tussen God en de mensen. Het is ook het beeld van de mislukkingen in jouw en mijn leven. Want ook jij stond, ook jij staat niet altijd aan de goede kant van de streep.
 De  tien melaatsen roepen kyrie eleison.  Heer ontferm U.  Dat is een gebed dat ook op zondag in de kerk gebeden wordt om alle nood onder de mensen.  Wie dat gebed bidt kan niet meer onverschillig zijn, kan niet meer voor het vaderland weg gedachteloos doorleven alsof er nooit iets aan de hand is. Kyrie eleison Ontferm u over de nood van de wereld die kreunt onder verwoesting, vervuiling en onrecht, ontferm u over de mensen met wie het is misgegaan. Ontferm u over mij.
Dat gebed wordt door de Heer gehoord en de melaatsen worden genezen. Ook dat heeft een betekenis.  Het betekent niet dat alle problemen in een oogwenk worden opgelost. Het betekent niet dat alle ziekten worden genezen. Het betekent wel dat de Heer ons mensenleven, het jouwe en het mijne met alle lek en gebrek die er aankleeft, opneemt in zijn liefde en ons uitnodigt in vrede onze weg te gaan en in liefde met de ander te leven.  Dat is niet vanzelfsprekend, nee. Het is een genade.
Waarom bidt je opa?  We bidden om iedere keer weer te gedenken dat ons leven een geschenk is, dat we leven mogen in het grote zinsverband van God en de mensen samen.

Tien melaatsen worden gereinigd. Een komt terug om de Heer te danken Waar zijn die negen anderen? Ach die negen anderen zijn allang weer opgeslokt. Het brood is duur en de zorgen zijn zwaar.  De honger drukt en het geweld gaat niet over.  En precies dat overkomt ook ons dag aan dag.  Het leven is druk, druk, druk.  Aan je kop wordt gezeurd en je wilt gekieteld in je buik.   Geen tijd voor stilte, geen openheid naar boven, geen zin om te loven.   
Maar Jezus blijft  weg naar Jeruzalem. Hij draagt de pijn van alle mensen.  Hij daagt ons uit te doen wat moet ondanks de tegenslag en zwarigheid. Hij nodigt ons uit één stap verder te gaan dan voorhanden ligt: Hij nodigt ons uit zijn weg te vertrouwen en ons daarin te verheugen.
Waar zijn de negen?  Tenslotte is dat de vraag niet meer.  Een is er al voldoende, een die de lofzang gaande en de hoop levend houdt.  Tenslotte luidt de vraag niet meer: "Waar zijn de tien?" Maar: "Waar ben jij?".

Opa, waarom bidt je. Ons gebed, jouw gebed, hoe klein en onbeholpen ook, houdt het besef levend dat ons leven gedragen wordt door hoop. Ook als wij ontrouw zijn, blijft God trouw, schrijft Paulus.  En ik denk daarom dat er in iedere generatie tien zullen zijn die de gebedsgemeenschap levend houden, de vlam van de hoop brandend op ooit een wereld waarin alle mensen herboren zijn tot een nieuw leven vol liefde. Amen